Als gemeenteraadslid voor N-VA Genk wil ik vandaag de aandacht vestigen op een evolutie in ons lokaal ondernemerslandschap die ernstig zorgen baart. De voorbije jaren zien we in Genk een gestage afname van authentieke, lokaal verankerde handelaren zoals Vandecan, Myny, Remans en Bogeman. Deze ondernemingen droegen niet alleen economisch bij aan onze stad, maar vormden ook een essentieel deel van onze identiteit en sociale samenhang.
In de plaats daarvan groeit een eenvormig aanbod van kapperszaken, schoonheidssalons, gsm-winkels en nachtwinkels. Deze toename is niet alleen weinig aantrekkelijk voor het winkelbeeld, maar creëert ook een marktverzadiging die nefast is voor de ondernemers zelf. Ze worden onderworpen aan een vorm van lokale monopolistische concurrentie, waarbij het overaanbod leidt tot prijsdruk, verminderde marges en op termijn economische kwetsbaarheid voor deze ondernemers. Tegelijk verliezen we hierdoor de diversiteit en complementariteit binnen het ondernemerslandschap. Die diversiteit is nochtans net cruciaal voor samenwerking, kruisbestuiving en aantrekkelijkheid – zowel voor klanten als voor investeerders.
Daarnaast stel ik me vragen bij het gebrek aan begeleiding voor overnames van bestaande handelszaken. Ondernemers die met pensioen gaan, verdwijnen vaak zonder opvolging, terwijl net daar kansen liggen om jonge of diverse ondernemers in te schakelen en zo continuïteit en authenticiteit te bewaren.
En misschien nog belangrijker: een stad heeft ook nood aan functionele en ambachtelijke handelszaken. Als die verdwijnen en niet meer ondersteund worden, zullen mensen zich genoodzaakt voelen om uit te wijken naar andere steden waar men hier wél op inzet. Zo verliest Genk niet alleen zijn eigen ondernemers, maar ook zijn koopkracht en aantrekkelijkheid als centrumstad.
Uiteraard begrijp ik dat ook de digitalisering en het veranderend koopgedrag van consumenten een impact hebben op het lokale handelsleven. Maar net daarom is het belangrijk dat we gericht investeren in dfferentiatie en lokale meerwaarde, in plaats van toe te laten dat ons aanbod zich eenzijdig opsplitst in snel vervangbare diensten. Lokale handel moet zich kunnen onderscheiden, en dat vraagt visie en ondersteuning.
Daarom mijn vragen aan het stadsbestuur:
* Erkent u deze evolutie en de risico’s ervan voor het Genkse handelsweefsel?
* Wat is uw langetermijnvisie op het lokale ondernemerslandschap, en hoe ondersteunt u een kwalitatieve en diverse mix van handelszaken?
* Bent u bereid in te zetten op begeleiding bij overnames om het verdwijnen van waardevolle zaken te voorkomen?
* Welke maatregelen neemt u om marktverzadiging in bepaalde sectoren tegen te gaan en zo ook de leefbaarheid van bestaande ondernemers te beschermen?
* Op welke manier wil het stadsbestuur ambachtelijke en functionele handel aantrekken en behouden, zodat Genkenaren niet moeten uitwijken naar andere steden?
Genk verdient een ondernemersbeleid dat niet enkel focust op het opvullen van leegstand, maar dat actief inzet op kwaliteit, identiteit en economische weerbaarheid.