Sekswerk situeert zich in een grijze zone van de maatschappij. België had een eerder abolitionistische visie wat sekswerk betreft, maar daar werd verandering in gebracht middels de "wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht van 21 maart 2022". Dit zal in werking treden op 1 juni 2022 en heeft als essentie de bescherming van de seksuele integriteit en het seksuele zelfbeschikkingsrecht van eenieder. De verandering houdt concreet in dat men bepaalde aspecten inzake sekswerk wilt decriminaliseren en men een sociaalrechtelijk kader wilt scheppen voor meerjarige sekswerkers. Zo decriminaliseert men dus het sekswerk, maar indien er een element van mensenhandel zou zijn of van uitbuiting, blijft dit evenwel strafbaar. Pooierschap en het ronselen met het oog op prositutie zijn bijvoorbeeld wel strafbaar, terwijl het houden van een bordeel niet langer strafbaar is:
De federale decriminalisering en de wil om een sociaalrechtelijk statuut te ontwikkelen voor sekswerkers, is absoluut een stap in de goede richting. Het beleid inzake de uitbating van een seksuitbating wordt echter veelal ingevuld op gemeentelijk niveau in het kader van de aanpak van mensenhandel, overlast, etc. Los van morele opvattingen, toont wetenschappelijk onderzoek namelijk aan dat prostitutie vaak verweven is met criminaliteit. In het geval van uitbuiting, sociale fraude en mensenhandel wordt vaak de link met georganiseerde criminaliteit gelegd. Het inherent gevaar van sekswerk rechtvaardigt dan ook de betrokkenheid van de lokale overheid. Het verhoogde risico op o.a. mensenhandel en andere vormen van uitbuiting, overlast, etc. vormt een incentive voor stad Genk om met deze problematiek aan de slag te gaan.
Sinds de bestuurlijke aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit een focus werd in 2011-2012 van stad Genk, wordt de sector rond sekswerk opgevolgd omwille van signalen van o.a. mensenhandel, zwart werk, mensonwaardige werk- en leefomstandigheden, etc. De verschillende bestuurlijke controles, of flex-acties, in de voorbije jaren maken duidelijk dat deze sector een problematische en kwetsbare sector is, waarbij de kans op ondermijning van o.a. de samenleving reëel is. Zo blijkt uit een flex-actie van 2017 dat de leef-en werkomstandigheden niet optimaal te zijn: de arbeidsomstandigheden & huisvesting waren problematisch, alsook waren de ‘werknemers’ kwetsbaar voor geweld en gezondheidsproblemen (o.a. soa’s & drugs). Recent nog werd uit een flex-actie d.d. 16/10/2021 duidelijk dat een preventieve aanpak alsook een stedelijke reglement op sekswerk en haar verschijningsvormen noodzakelijk is om de openbare orde te vrijwaren en te handhaven. Zo blijken er wel verbeteringen zichtbaar inzake de leef- en werkomstandigheden van de werknemers, maar blijft de kwetsbaarheid aanwezig zoals blijkt uit de vaststellingen: PV illegaal, PV dimona, PV huis van ontucht, diverse PV’s RO en diverse GAS-PV’s. De ‘werknemers’ behoren aldus tot een kwetsbare doelgroep.
In het kader van Beleidsdoelstelling 11 ‘Genk investeert in een veilige stad’ is het dan ook sterk aangewezen dat er een goed uitgewerkte bestuurlijke aanpak van de sector en bijhorende criminaliteit- en veiligheidsfenomenen komt. Zo is er enerzijds sprake van oneerlijke concurrentie ten aanzien van bonafide ondernemingen, aantasting van het sociaal stedelijk weefsel en de facilitering (in bepaalde mate) van georganiseerde criminaliteit. Anderzijds zitten sekswerkers in een kwetsbare situatie. Het protocolakkoord Bestuurlijke Handhaving dat werd opgesteld met o.a. het Openbaar Ministerie voorziet dan ook in het materieel toepassingsgebied dat de sector van sekswerk/prostitutie op bestuurlijk niveau moet worden aangepakt.
De burgemeester heeft de mogelijkheid om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen. Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de uitbouw van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, in casu inzake de sector rond sekswerk, aangezien de openbare orde wordt ondermijnd. Binnen stad Genk streven we dan ook naar een standpunt waarbinnen sekswerk wordt geaccepteerd binnen de vigerende wettelijke grenzen, maar waarbij de mogelijke negatieve consequenties zoals uitbuiting en overlast worden aangepakt. Voor de zogenaamde uitwassen van sekswerk dient er dus actie ondernomen te worden om tot een geïntegreerde aanpak van de problematiek te komen. Binnen Afdeling Veiligheid wordt er geopteerd voor een integrale aanpak van sekswerk. Cruciaal is namelijk om aan de regelgeving ook actie te koppelen en in te zetten op preventie, handhaving & herstel.
Om te kunnen spreken van een integrale en geïntegreerde aanpak, moeten de verschillende aspecten van de veiligheidsketen aanwezig zijn en moet er samenwerking zijn tussen diverse partners.
De stad wordt geconfronteerd met een problematiek inzake sekswerk die doorheen de jaren de samenleving ondermijnen, in die zin dat bestuurlijke controles duidelijk maken dat men niet steeds conform de wetgeving exploiteert, er dusdanig oneerlijke concurrentie in de sector ontstaat en het sociaal en economisch stedelijk weefsel wordt aangetast. Het protocolakkoord Bestuurlijke Handhaving dat werd opgesteld met o.a. het Openbaar Ministerie voorziet dan ook in het materieel toepassingsgebied dat prostitutie op structureel en operationeel niveau moet worden aangepakt.
Het lokaal bestuur heeft de plicht om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen. Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de uitbouw van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, in casu inzake de sekswerksector, aangezien de openbare orde wordt ondermijnd. De verschillende bestuurlijke controles, of flex-acties, in verschillende steden en gemeenten in de provincie Limburg maken duidelijk dat de sector een problematische en kwetsbare sector is:
Een reglement op seksuitbatingen, binnen een integrale en geïntegreerde aanpak die verder nog uitgewerkt wordt door stedelijke diensten, lijkt in dit geval een effectief instrument om de openbare orde en het sociaal weefsel te vrijwaren en garanderen. De belangrijkste voorwaarde is dat het reglement een aanvulling is van de wet van 21 augustus 1948 tot afschaffing van de officiële reglementering van de prostitutie. Ter beperking van overlast en vormen van uitbuiting & in het kader van het verzekeren van de openbare orde is een politieverordening, via de gemeenteraad, mogelijk met een focus op de probleemaspecten rond sekswerk. Het scheppen van voorwaarden heeft niet als doel de volksgezondheid te regelen, maar wilt voorkomen dat er sprake is van enige vorm van criminaliteit of enige vorm van verstoring van de openbare orde.
Het voorgestelde reglement stelt het lokaal bestuur namelijk in staat om een volledig en integer onderzoek te voeren zodoende dat ondermijnende criminaliteit niet wordt gefaciliteerd en er voorkomen wordt dat het sociaal weefsel wordt aangetast alsook economisch oneerlijk voordeel wordt voorkomen. Het uitvoeren van o.a. een grondig moraliteitsonderzoek en bijkomend fiscaalrechtelijk onderzoek is noodzakelijk om de informatiepositie van het lokaal bestuur te versterken om op een integere wijze te kunnen oordelen over een vergunningsaanvraag.
Daarnaast laat het reglement toe om de sector continu op te volgen en te monitoren. Door een beter zicht te krijgen op de exploitatievormen van sekswerk, alsook dit te koppelen aan voorwaarden, is het ook mogelijk om grip te krijgen op de sector en in te spelen op de noden en bezorgdheden door bijkomende hulp te voorzien.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Nieuwe Gemeentewet, artikel 119, 119bis en 135 §2
Wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht van 21 maart 2022
De raad keurt het reglement op de seksuitbatingen met ingang van 1 juli 2022, zoals toegevoegd als bijlage, goed.
Het dossier meerjarenplan 2020-2025 stad en OCMW Genk - aangepaste versie 2022/1 bevat de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voor het lopende boekjaar 2022. Vermits er een aantal aanpassingen gevraagd worden voor de kredieten van de boekjaren 2022-2025, die niet via kredietverschuivingen kunnen worden uitgevoerd, dient er een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 te gebeuren.
De vaststelling en goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan verloopt volgens artikel 249 van het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur dat bepaalt dat:
Om een maximaal geïntegreerd lokaal beleid te kunnen realiseren, werd er voor stad en OCMW Genk één doelstellingenboom opgesteld. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor stad en OCMW Genk samen. Daaruit volgt dat beide entiteiten een gezamenlijk meerjarenplan hebben opgesteld, dat door beide raden dient te worden vastgesteld.
Ook de rechtspersoon AGB Genk heeft zich ingeschreven in hetzelfde geïntegreerde meerjarenplan en draagt alzo bij aan de realisatie van de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en actieplannen van groep Genk.
De strategische nota legt de focus niet langer op de prioritaire beleidsdoelstellingen, maar ook en vooral op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen. Voor stad, OCMW en AGB Genk werd ervoor gekozen om de informatie in de strategische nota op het niveau van de acties te presenteren en om alle acties als prioritair te beschouwen.
Het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn en vastgesteld/goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2019, is tot stand gekomen op basis van de uitgevoerde omgevingsanalyse, het bestuursakkoord en de input van diverse besprekingen, participatietrajecten en adviezen.
Bij deze aanpassing van het meerjarenplan waren alle diensten betrokken, waarbij de ontwerpdocumenten werden besproken in verschillende MT-vergaderingen.
Daaruit zijn de voorgestelde deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting voortgevloeid, die samen de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Genk uitmaken.
Financieel evenwicht:
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan.
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het beschikbaar budgettair resultaat voor stad en OCMW Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
€ 4.008.471 | € 8.034.836 | € 8.386.666 | € 3.736.785 | € 1.403.111 | € 105.917 |
De autofinancieringsmarge voor stad en OCMW Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
€ 7.766.211 | € -44.987 | € -8.044.652 | € -2.870.326 | € -4.030.453 | € 370.681 |
In deze bedragen zijn volgende aanpassingen opgenomen: de verwerking van het resultaat jaarrekening 2021, de overdracht van de goedgekeurde investerings- en financieringskredieten, de gevraagde aanpassingen op de kredieten voor de eerste aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van het lopende boekjaar 2022.
De beginkredieten van het volgende boekjaar 2023 worden pas vastgesteld in de volgende aanpassing meerjarenplan van boekjaar 2022.
In afwachting van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is de documentatie bij het meerjarenplan terug te vinden onder deze link.
De gemeenteraad gaat akkoord met de vaststelling van het deel STAD van het meerjarenplan 2020-2025 - aangepaste versie 2022/1 voor stad en OCMW Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2025 - aangepaste versie 2022/1 voor stad en OCMW Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
Het dossier meerjarenplan 2020-2025 AGB Genk - aangepaste versie 2022/1 bevat de eerste aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voor het lopende boekjaar 2022. Vermits er een aantal aanpassingen gevraagd worden voor de kredieten van de boekjaren 2022-2025, die niet via kredietverschuivingen kunnen worden uitgevoerd, dient er een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 te gebeuren.
Om een maximaal geïntegreerd lokaal beleid te kunnen realiseren, werd er voor stad en OCMW Genk één doelstellingenboom opgesteld.
Ook de rechtspersoon AGB Genk heeft zich ingeschreven in hetzelfde geïntegreerde meerjarenplan en draagt alzo bij aan de realisatie van de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en actieplannen van groep Genk.
De strategische nota legt de focus niet langer op de prioritaire beleidsdoelstellingen, maar ook en vooral op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen. Voor stad, OCMW en AGB Genk werd ervoor gekozen om de informatie in de strategische nota op het niveau van de acties te presenteren en om alle acties als prioritair te beschouwen.
Het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld door de raad van bestuur AGB en goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2019, is tot stand gekomen op basis van de uitgevoerde omgevingsanalyse, het bestuursakkoord en de input van diverse besprekingen, participatietrajecten en adviezen.
Bij deze aanpassing van het meerjarenplan waren alle diensten betrokken, waarbij de ontwerpdocumenten werden besproken in verschillende MT-vergaderingen.
Daaruit zijn de voorgestelde deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting voortgevloeid, die samen de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van AGB Genk uitmaken.
Financieel evenwicht:
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan.
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het beschikbaar budgettair resultaat voor AGB Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
€ -8.916.303 | € -10.247.116 | € 890.102 | € 920.137 | € 756.165 | € 711.477 |
De autofinancieringsmarge voor AGB Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
€ -669.657 | € -378.465 | € -360.951 | € -92.178 | € -106.186 | € 13.098 |
In deze bedragen zijn volgende aanpassingen opgenomen: de verwerking van het resultaat jaarrekening 2021, de overdracht van de goedgekeurde investerings- en financieringskredieten, de gevraagde aanpassingen op de kredieten voor de eerste aanpassing meerjarenplan 2020-2025 van het lopende boekjaar 2022.
De beginkredieten van het volgende boekjaar 2023 worden pas vastgesteld in de volgende aanpassing meerjarenplan van boekjaar 2022.
In afwachting van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 is de documentatie bij het meerjarenplan terug te vinden onder deze link.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2025 - aangepaste versie 2022/1 voor AGB Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
Onze (vaak ook recente) fietsinfrastructuur kan de toename van fietsers onmogelijk volgen. Fietsers die met fietsers botsen, het was een zeldzaamheid. Ook deze ongevallen gebeuren in Genk ( Craenevenne en Onderwijslaan).
Er zijn steeds meer verschillende soorten fietsen op de weg: bakfietsen, elektrische fietsen, speedpedelecs en cargofietsen. Dit kan je niet meer wegdenken uit het straatbeeld. Voeg daaraan de steeds populairdere toestellen toe zoals elektrische steps, monowheels en andere voortbewegingstoestellen met verschillende snelheden. Al deze verschillende fietsen en toestellen moeten samen op de bestaande fietspaden. En die zitten op hun limiet: er is een capaciteitsprobleem met rechtstreekse gevolgen op de fietsveiligheid.
Het fietsverkeer groeit snel en de bijbehorende infrastructuurwerken mogen niet blijven steken in de fase van een inhaaloperatie. Fietspaden van de toekomst moeten vandaag bijvoorbeeld al voldoende breed worden aangelegd, zodat ze volstaan voor de komende 30 jaar. Daarvoor is op vele plaatsen een herverdeling van de beschikbare ruimte nodig in het voordeel van het voetgangers- en fietsverkeer.
Een fietsvriendelijke omgeving is niet alleen goed voor wie fietst, maar zal ook meer mensen op de fiets krijgen.
Wat zijn de plannen/visie in de nabije toekomst om de fietsinfrastructuur duurzaam aan te passen met de basisfilosofie (advies Fietsberaad) dat twee fietsers veilig naast mekaar kunnen fietsen.
We passen in Genk al sedert geruime tijd de hedendaagse fietsnormen toe en waar mogelijk hanteren we meer vooruitstrevende normen. De verkeersveiligheid van de zachte weggebruiker is daarbij absolute prioriteit. Daarom zal de aanleg van nieuwe fietsinfrastructuur veilig én futureproof moeten zijn. Daarbij respecteren we steeds de minimum vereisten vanuit het Fietsvademecum.
We rekenen erop dat de komende jaren steeds meer mensen meer zullen fietsen en dus nemen we maatregelen om deze capaciteit van fietsers op te vangen. Daar horen vanzelfsprekend voldoende brede fietspaden bij, waar men met twee langs elkaar kan fietsen. Daar waar de functie van de weg dit vraagt zullen vrijliggende fietspaden aangelegd worden. Maar het is niet realistisch en verkeerskundig gezien ook nutteloos om élke Genkse straat van zo een fietspad te voorzien. Daarom kiezen we voor de invoering van de zone 30 in een aantal Genkse woonstraten. Bij een maximale snelheid van 30 km/u is gemengd verkeer in de woonstraten veiliger en aangenaam voor iedere weggebruiker. Zoals de Wegcode het voorschrijft is het in een wijkstraat ook mogelijk om met twee naast elkaar te fietsen. Bijkomend zetten we in een aantal wijken in op fietsstraten, waarbij de ‘zone 30’ dan een ‘fietszone 30’ wordt, en het gemotoriseerd verkeer dus ondergeschikt is aan de fietser.
Er zijn – naast het gemengd verkeer en het vrijliggend fietspad – ook nog tussenvormen mogelijk, waarbij we de norm hanteren dat ter plaatse de meest kwetsbare gebruikers zich zo zorgeloos mogelijk moeten kunnen verplaatsen (de zogenaamde 8-80 norm, waarbij zowel rekening gehouden wordt met kinderen (-8 jaar) als ouderen (+80 jaar)).
Een ketting is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Daarom dat we ook de conflictpunten tussen gemotoriseerd verkeer en actieve weggebruikers aanpakken. De punten komen aan bod in meerdere projecten zoals de aanleg van de fietssnelwegen, het scholenproject Impact, de verkeersplannen per stadsdeel én de uitwerking van een regionaal mobiliteitsplan binnen de vervoerregio Limburg.
Nieuwe richtlijnen vanuit Fietsberaad, het kenniscentrum voor het fietsbeleid, worden uiteraard nauw opgevolgd. Het spreekt voor zich dat nieuwe normen meegenomen worden in de geplande fietsinfrastructuurprojecten die onderdeel zijn van het sterk fietsbeleid van de stad. En voor wat het Fietsvademecum betreft: Editie 7 ligt momenteel bij de Vlaamse Taskforce Verkeersveiligheid en zal daarna gepubliceerd worden. We kijken uit naar deze nieuwe editie en zullen de nieuwe richtlijnen zo maximaal mogelijk nastreven.
wo 22/06/2022 - 08:41Met deze interpellatie nog enkele vragen en bezorgdheden van de Genkenaar op onze gemeenteraad.
De bruine tuinbak gewicht versus grootte. Bij de ‘kleine’ groene bak was dit 80kg! Tot vandaag vind je hier niets over op Limburg.net en was ook nooit gecommuniceerd. We hebben ondertussen ook al vernomen dat dit terug gefloten werd en deze geweigerde bakken alsnog werden geledigd….dit kan toch allemaal niet…
Wat met de gele zakken en het ongedierte, wat is jullie oplossing hiervoor?
Er worden nog steeds veel blauwe zakken geweigerd buiten het. Trouwens de zakken die door Stad Genk na opgehaald worden, wat wordt hier meegedaan? Hoe gebeurt hier de recyclage? En wie betaald dit allemaal?
De verzuchtingen ivm Limburg.net met het OPTIMO- verhaal…
Het zou hier gaan over een foute inschatting van een van de medewerkers van de ophaaldienst van Limburg.net, die op eigen houtje beslist heeft om enkele containers niet te ledigen aangezien deze, volgens hem, te zwaar waren. Dat kan inderdaad niet. Immers, op de tuinbak staat geen gewicht. Limburg.net heeft daarop alle niet-geledigde containers alsnog geledigd en de betrokkene hierover aangesproken.
Wat met de gele zakken en het ongedierte, wat is jullie oplossing hiervoor?
De gele keukenafvalzakken worden net zoals de grijze huisvuilzakken soms opengemaakt door dieren (groot en klein). Wij raden aan om, als er inderdaad een probleem is, de zakken bij voorkeur en indien mogelijk pas ’s morgens buiten te zetten en / of ze aan te bieden in een recipiënt, zoals ton of kruiwagen.
Immers, het is toegestaan om afvalzakken aan te bieden in een open bak, mand of kuip, om de afvalzak te beschermen tegen ongedierte, onder volgende voorwaarden:
Trouwens de zakken die door Stad Genk na opgehaald worden, wat wordt hier meegedaan? Hoe gebeurt hier de recyclage? En wie betaald dit allemaal?
Er worden op dit moment nog zeer weinig tot geen oude pmd-zakken meer aangeboden. En als we dit toch tegenkomen worden deze ofwel als restafval afgevoerd, als er niet-reglementaire dingen inzitten; ofwel worden deze afgeleverd op een van de recyclageparken. Elke dinsdag brengt de stad het recycleerbaar afval van de stadsdiensten naar één van de recyclageparken.
Als we een eigenaar kunnen identificeren wordt dit aangerekend en anders is dit op kosten van de stad.
wo 22/06/2022 - 08:43De afgelopen jaren, beginnend in 2019, is de everzwijnpopulatie gegroeid zo lijkt toch in Genk. We zien dat er de afgelopen weken en maanden meer en meer signalen komen dat de everzwijnen enerzijds meer overlast veroorzaken en anderzijds ook dichter komen bij de huizen. We beseffen dat dat veelal te maken heeft met het feit dat Genk de groenste centrumstad is van Vlaanderen. Dat wil zeggen dat er niet alleen groen is in de grote centraal gelegen bossen, maar dat er ook groen is dat zich tot in de wijken nestelt. De everzwijnen gebruiken die groenstructuren doorheen onze stad en onze wijken om zich te verplaatsen op zoek naar eten. Dit blijft een probleem omdat we denken dat we moeten leren samenleven met die everzwijnen maar dat we niet willen dat die situatie een onveilige situatie zou kunnen worden. Daarom denken we dat het belangrijk is om te proberen om die everzwijnpopulatie in bedwang te houden en zo ver als mogelijk te beperken.
Mijn vraag is dan ook:
1. Wat is de rol/verantwoordelijkheid van de lokale overheid in het beperken en onder controle houden van de populatie?
2. Welke maatregelen heeft de stad al ondernomen omtrent de overlast door everzwijnen?
3. Welke stappen plant de stad nog te nemen in het kader van deze problematiek?
Onze stad is natuurlijk geen eiland in Limburg en de problematiek is erg complex. Samenwerking en afstemming met andere partners is in deze absoluut nodig.
De geografische en ecologische context van onze stad met veel natuur, veel bossen en waardevolle natuur; maar ook met de Stiemervallei als belangrijke verbinding voor mens en natuur en met groen tot in en door de wijken; heeft vele voordelen en is een absolute troef voor Genk, maar maakt het natuurlijk ook gemakkelijk voor everzwijnen om zich te verplaatsen in de hele stad.
Ondertussen hebben we dit de laatste maanden zeer nauw opgevolgd en is er overleg met alle partners, waaronder ook de everzwijncoördinator, om na te gaan welke bijkomende acties en maatregelen haalbaar zijn.
Wat is de rol/verantwoordelijkheid van de lokale overheid in het beperken en onder controle houden van de populatie?
Sinds 2006 is het wild zwijn steeds nadrukkelijker aanwezig in Vlaanderen en sinds 2008 ook in Genk.
De verantwoordelijkheid in deze ligt in eerste instantie op Vlaams niveau. Voor het bepalen van een efficiënte aanpak om het wild zwijn in Vlaanderen te beheren organiseert het Agentschap voor Natuur en Bos overleg tussen vertegenwoordigers van landbouw, natuur, jacht en de bijzondere veldwachters. Dit overleg op Vlaams en regionaal niveau resulteert in een aanpak voor het everzwijn rond preventie, schade, sensibilisering en communicatie, samenwerking, jacht en zo meer. Het is dan aan de lokale wildbeheereenheden om dit verder uit te werken en uit te voeren.
Als lokale overheid ligt onze rol voornamelijk in de algemene monitoring van het probleem, maar ook op vlak van communicatie en sensibilisering en waar mogelijk in het verpachten tot jacht op onze eigendommen.
Welke maatregelen heeft de stad al ondernomen omtrent de overlast door everzwijnen?
Reeds geruime tijd zijn we actief op heel wat vlakken, meer bepaald aangaande:
Voor wat het registreren van data betreft, kan ik deze cijfers meegeven:
We brengen het probleem ook blijvend in kaart:
Voor wat sensibilisering en communicatie betreft:
We organiseerden een grote groepsaankoop van rasters in 2019 (23 bestellingen) en 2020 (5 bestellingen), met daarbij ook een handleiding en demonstratiemoment voor de correcte plaatsing van het wildraster. Voor zover we weten zijn we een van de enige steden of gemeentes die dit deden. Waarom hebben we dat gedaan? Omdat mensen bij schade enkel in aanmerking kunnen komen voor een schadevergoeding, wanneer ze kunnen aantonen dat ze preventieve maatregelen hebben genomen.
En voor wat jacht- en wildbeheer betreft:
De jagers moeten frequent rapporteren welk afschot ze realiseren en afspraken worden goed nagekomen. De stad heeft de bossen in het bosbeheerplan ingekleurd als jachtgebied. Dit wil zeggen dat er in principe gejaagd kan worden maar dit is geen automatisme. Het is altijd een overweging om jacht in een bepaald bos te combineren met recreatie, natuurwaarden en natuurdoelen, praktische haalbaarheid, veiligheid en recreatiedruk. Bossen die klein en versnipperd zijn, zijn niet altijd bejaagbaar om redenen van oppervlakte of veiligheid.
Er zijn ook contacten met individuele jagers, vertegenwoordigers van WBE’s en andere organisaties als Natuurpunt en het Natuurhulpcentrum. De jacht is een deel van de aanpak maar kan niet overal toegepast worden. Er wordt ook gejaagd in gebieden die niet van de stad zijn, alsook in het domein Bokrijk.
Welke stappen plant de stad nog te nemen in het kader van deze problematiek?
Wij zijn ervan overtuigd dat we al stad al heel veel doen. Momenteel stuiten we op de grenzen van wat praktisch en wettelijk mogelijk is voor ons als stad, maar we blijven een aantal pistes onderzoeken, zoals geboortebeperking, jacht met boog, jagen in wijken en zo meer. We gaan hierover in overleg met betrokken actoren in Genk om te bekijken welke initiatieven bijkomend mogelijk zijn om in te zetten in de aanpak van deze problematiek. Daarnaast roepen we iedereen op om maximaal de eigen percelen te beveiligen, geen (groen)afval te storten en voorzichtig te zijn.
wo 22/06/2022 - 08:45De laatste jaren gaan er verschillende verhalen de ronde dat er denkpistes zijn om de wekelijkse markt in Genk centrum te verhuizen.
Er zouden denkpistes zijn om het te verhuizen naar de parking van Krc Genk, de limburghal en zelfs c mine.
Ook voor de dag en het tijdstip gingen er stemmen op om deze veranderen naar een andere dag en of een ander tijdstip.
Groot was mijn verbazing toen ik dit enkele weken geleden kon lezen in de krant.
Waar dit allemaal bevestigd werd.
Men zou dit allemaal terug herbekijken zodra het stadsbos (groen stadscentrum) er zou komen.
Er zou dus geen plaats meer zijn voor de markt in Genk centrum
Na deze kennisgeving was de ongerustheid er meer dan ooit, niet alleen van de marktkramers maar zeker ook de middenstand.
Er verschenen tientallen reacties van onze ongeruste inwoners, dat hun geliefde markt zou gaan verdwijnen.
Voor veel mensen is dit de enige uitstap die ze kunnen doen, en voor verschillende inwoners is dit de enige vorm van sociaal contact.
Het stadsbestuur heeft dan uiteindelijk op 9 juni een delegatie van de marktkramers ontvangen en heeft deze gedeeltelijk gerustgesteld.
Daarmee nu enkele vragen.
Hoe zit het nu? Gaat de markt effectief blijven staan waar ze nu staat? Gaat de marktdag blijven op donderdag en op hetzelfde uur?
Kan de markt niet gedeeltelijk ingewerkt worden in ons toekomstig groen stadsplein, net zoals in Frankrijk die daar heel goede ervaringen mee heeft. Het zou zelfs ons zuiders imago ten goede komen.
Het is nooit onze bedoeling geweest de markt weg te halen uit het centrum of deze op een andere dag te laten plaatsvinden. Wel is het onze bedoeling om in het centrum van Genk een stadsbos te maken. Zo kan het grijze en verharde centrum plaats maken voor een groene en duurzame toekomst. We hebben daarbij steeds aangekondigd in het ontwerptraject ook de inwoners en betrokken partners – zoals markt en horeca – te betrekken.
Hoe zit het nu? Gaat de markt effectief blijven staan waar ze nu staat? Gaat de marktdag blijven op donderdag en op hetzelfde uur?
De donderdagmarkt in het centrum van Genk is sinds jaar en dag een groot succes in Limburg. We zorgen er dan ook voor dat de markt in het centrum blijft bestaan op donderdagvoormiddag. Dat is zo ook afgesproken binnen de marktcommissie.
Op de Grote Markt komt een stadsbos, dus het zal wel niet meer mogelijk zijn om op die plek marktwagens te plaatsen. Uiteraard zoeken we daarvoor naar oplossingen. Er liggen hiervoor verschillende scenario’s op tafel. Zo’n dertigtal kramen moeten niet sneller dan september 2023 een nieuwe standplaats krijgen. De komende maanden zullen we samen met de marktcommissie en de betrokken marktkramers tot deze locatie komen, waarbij we kijken naar alternatieven, zoals bijvoorbeeld een locatie op de Europalaan of in de Molenstraat. We zorgen er dus voor dat de markt ook tijdens de werken en zeker nadien in het centrum van Genk kan blijven plaatsvinden op donderdagvoormiddag.
We zetten samen met de afgevaardigden van de marktkramers een participatietraject op in het najaar om te bekijken hoe we dit verder concreet aanpakken. Daarbij zullen we ook nadenken over het marktgebeuren van de toekomst en hoe we daar ook in Genk naar kunnen evolueren.
Kan de markt niet gedeeltelijk ingewerkt worden in ons toekomstig groen Stadsplein, net zoals in Frankrijk die daar heel goede ervaringen mee heeft?
Het is de bedoeling om op het Stadsplein ook in de toekomst evenementen te organiseren. Dat hebben we zo als duidelijke voorwaarde meegegeven aan de ontwerpers. En dus kan daar ook de markt blijven plaatsvinden.
wo 22/06/2022 - 08:44