Sekswerk situeert zich in een grijze zone van de maatschappij. België had een eerder abolitionistische visie wat sekswerk betreft, maar daar werd verandering in gebracht middels de "wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht van 21 maart 2022". Dit zal in werking treden op 1 juni 2022 en heeft als essentie de bescherming van de seksuele integriteit en het seksuele zelfbeschikkingsrecht van eenieder. De verandering houdt concreet in dat men bepaalde aspecten inzake sekswerk wilt decriminaliseren en men een sociaalrechtelijk kader wilt scheppen voor meerjarige sekswerkers. Zo decriminaliseert men dus het sekswerk, maar indien er een element van mensenhandel zou zijn of van uitbuiting, blijft dit evenwel strafbaar. Pooierschap en het ronselen met het oog op prositutie zijn bijvoorbeeld wel strafbaar, terwijl het houden van een bordeel niet langer strafbaar is:
De federale decriminalisering en de wil om een sociaalrechtelijk statuut te ontwikkelen voor sekswerkers, is absoluut een stap in de goede richting. Het beleid inzake de uitbating van een seksuitbating wordt echter veelal ingevuld op gemeentelijk niveau in het kader van de aanpak van mensenhandel, overlast, etc. Los van morele opvattingen, toont wetenschappelijk onderzoek namelijk aan dat prostitutie vaak verweven is met criminaliteit. In het geval van uitbuiting, sociale fraude en mensenhandel wordt vaak de link met georganiseerde criminaliteit gelegd. Het inherent gevaar van sekswerk rechtvaardigt dan ook de betrokkenheid van de lokale overheid. Het verhoogde risico op o.a. mensenhandel en andere vormen van uitbuiting, overlast, etc. vormt een incentive voor stad Genk om met deze problematiek aan de slag te gaan.
Sinds de bestuurlijke aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit een focus werd in 2011-2012 van stad Genk, wordt de sector rond sekswerk opgevolgd omwille van signalen van o.a. mensenhandel, zwart werk, mensonwaardige werk- en leefomstandigheden, etc. De verschillende bestuurlijke controles, of flex-acties, in de voorbije jaren maken duidelijk dat deze sector een problematische en kwetsbare sector is, waarbij de kans op ondermijning van o.a. de samenleving reëel is. Zo blijkt uit een flex-actie van 2017 dat de leef-en werkomstandigheden niet optimaal te zijn: de arbeidsomstandigheden & huisvesting waren problematisch, alsook waren de ‘werknemers’ kwetsbaar voor geweld en gezondheidsproblemen (o.a. soa’s & drugs). Recent nog werd uit een flex-actie d.d. 16/10/2021 duidelijk dat een preventieve aanpak alsook een stedelijke reglement op sekswerk en haar verschijningsvormen noodzakelijk is om de openbare orde te vrijwaren en te handhaven. Zo blijken er wel verbeteringen zichtbaar inzake de leef- en werkomstandigheden van de werknemers, maar blijft de kwetsbaarheid aanwezig zoals blijkt uit de vaststellingen: PV illegaal, PV dimona, PV huis van ontucht, diverse PV’s RO en diverse GAS-PV’s. De ‘werknemers’ behoren aldus tot een kwetsbare doelgroep.
In het kader van Beleidsdoelstelling 11 ‘Genk investeert in een veilige stad’ is het dan ook sterk aangewezen dat er een goed uitgewerkte bestuurlijke aanpak van de sector en bijhorende criminaliteit- en veiligheidsfenomenen komt. Zo is er enerzijds sprake van oneerlijke concurrentie ten aanzien van bonafide ondernemingen, aantasting van het sociaal stedelijk weefsel en de facilitering (in bepaalde mate) van georganiseerde criminaliteit. Anderzijds zitten sekswerkers in een kwetsbare situatie. Het protocolakkoord Bestuurlijke Handhaving dat werd opgesteld met o.a. het Openbaar Ministerie voorziet dan ook in het materieel toepassingsgebied dat de sector van sekswerk/prostitutie op bestuurlijk niveau moet worden aangepakt.
De burgemeester heeft de mogelijkheid om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen. Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de uitbouw van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, in casu inzake de sector rond sekswerk, aangezien de openbare orde wordt ondermijnd. Binnen stad Genk streven we dan ook naar een standpunt waarbinnen sekswerk wordt geaccepteerd binnen de vigerende wettelijke grenzen, maar waarbij de mogelijke negatieve consequenties zoals uitbuiting en overlast worden aangepakt. Voor de zogenaamde uitwassen van sekswerk dient er dus actie ondernomen te worden om tot een geïntegreerde aanpak van de problematiek te komen. Binnen Afdeling Veiligheid wordt er geopteerd voor een integrale aanpak van sekswerk. Cruciaal is namelijk om aan de regelgeving ook actie te koppelen en in te zetten op preventie, handhaving & herstel.
Om te kunnen spreken van een integrale en geïntegreerde aanpak, moeten de verschillende aspecten van de veiligheidsketen aanwezig zijn en moet er samenwerking zijn tussen diverse partners.
De stad wordt geconfronteerd met een problematiek inzake sekswerk die doorheen de jaren de samenleving ondermijnen, in die zin dat bestuurlijke controles duidelijk maken dat men niet steeds conform de wetgeving exploiteert, er dusdanig oneerlijke concurrentie in de sector ontstaat en het sociaal en economisch stedelijk weefsel wordt aangetast. Het protocolakkoord Bestuurlijke Handhaving dat werd opgesteld met o.a. het Openbaar Ministerie voorziet dan ook in het materieel toepassingsgebied dat prostitutie op structureel en operationeel niveau moet worden aangepakt.
Het lokaal bestuur heeft de plicht om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen. Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de uitbouw van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, in casu inzake de sekswerksector, aangezien de openbare orde wordt ondermijnd. De verschillende bestuurlijke controles, of flex-acties, in verschillende steden en gemeenten in de provincie Limburg maken duidelijk dat de sector een problematische en kwetsbare sector is:
Een reglement op seksuitbatingen, binnen een integrale en geïntegreerde aanpak die verder nog uitgewerkt wordt door stedelijke diensten, lijkt in dit geval een effectief instrument om de openbare orde en het sociaal weefsel te vrijwaren en garanderen. De belangrijkste voorwaarde is dat het reglement een aanvulling is van de wet van 21 augustus 1948 tot afschaffing van de officiële reglementering van de prostitutie. Ter beperking van overlast en vormen van uitbuiting & in het kader van het verzekeren van de openbare orde is een politieverordening, via de gemeenteraad, mogelijk met een focus op de probleemaspecten rond sekswerk. Het scheppen van voorwaarden heeft niet als doel de volksgezondheid te regelen, maar wilt voorkomen dat er sprake is van enige vorm van criminaliteit of enige vorm van verstoring van de openbare orde.
Het voorgestelde reglement stelt het lokaal bestuur namelijk in staat om een volledig en integer onderzoek te voeren zodoende dat ondermijnende criminaliteit niet wordt gefaciliteerd en er voorkomen wordt dat het sociaal weefsel wordt aangetast alsook economisch oneerlijk voordeel wordt voorkomen. Het uitvoeren van o.a. een grondig moraliteitsonderzoek en bijkomend fiscaalrechtelijk onderzoek is noodzakelijk om de informatiepositie van het lokaal bestuur te versterken om op een integere wijze te kunnen oordelen over een vergunningsaanvraag.
Daarnaast laat het reglement toe om de sector continu op te volgen en te monitoren. Door een beter zicht te krijgen op de exploitatievormen van sekswerk, alsook dit te koppelen aan voorwaarden, is het ook mogelijk om grip te krijgen op de sector en in te spelen op de noden en bezorgdheden door bijkomende hulp te voorzien.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Nieuwe Gemeentewet, artikel 119, 119bis en 135 §2
Wet houdende wijzigingen aan het Strafwetboek met betrekking tot het seksueel strafrecht van 21 maart 2022
De raad keurt het reglement op de seksuitbatingen met ingang van 1 juli 2022, zoals toegevoegd als bijlage, goed.