Terug
Gepubliceerd op 10/06/2021

2021_IP_00076 - Interpellatie van raadslid Gaby Colebunders: Toenemende armoede

Gemeenteraad
di 15/06/2021 - 20:15 www.genk.be/gemeenteraadlive
2021_IP_00076 - Interpellatie van raadslid Gaby Colebunders: Toenemende armoede 2021_IP_00076 - Interpellatie van raadslid Gaby Colebunders: Toenemende armoede

Motivering

Indiener(s)

Gaby Colebunders

Gericht aan

Tom Arts

Tijdstip van indienen

wo 09/06/2021 - 15:57

Toelichting

Volgens de laatste cijfers van het planbureau is het armoederisico in ons land de voorbije jaren gestegen, in het bijzonder bij de bevolking beneden de 60 jaar. Vooral de grote groep huishoudens waar niemand betaald werk heeft, doet de armoedecijfers stijgen. De vaststelling is niet nieuw, maar blijft opvallend. Ondanks de gunstige conjunctuur tot begin 2020, de stijgende tewerkstelling en de dalende werkloosheid gaat de armoede in ons land niet naar beneden. België vormt daarmee een uitzondering in Europa. 

 

De vaststelling gaat op voor de hele bevolking: tussen 2003 en 2014 schommelde het armoederisico rond de 15 procent, om in 2017 te stijgen naar 16,4 procent. Dat is het hoogste niveau tot dan gemeten. Het armoederisico stijgt vooral bij de bevolking onder de 60 jaar; van 13 procent in 2003 naar 16,5 procent in 2017. Het gaat voornamelijk om eenoudergezinnen, personen met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs en personen met een niet-EU-nationaliteit. Ook bij kinderen stijgt het armoederisico “verontrustend”, aldus het Planbureau. Het risico op langdurige armoede bij kinderen tot 17 jaar is meer dan verdubbeld tussen 2006 en 2017.

 

Maar de belangrijkste reden waarom de armoede niet daalt bij de bevolking beneden de zestig jaar is de sterke toename van het armoederisico bij ‘baanloze huishoudens’: gezinnen waar niemand betaald werk heeft. Ondanks de stijgende tewerkstelling en de dalende werkloosheid blijft die groep stabiel. In 2017 leefde 12,6 procent van de bevolking onder de 60 jaar in een werkarm huishouden. Het armoederisico in die groep huishoudens steeg van 49,8 procent in 2003 tot 71,9 procent in 2017.Het Planbureau wijst vooral op de grote groep alleenstaanden bij die werkarme huishoudens, vaak in combinatie met chronische gezondheidsproblemen.

U snapt collega’s dat ik mij hier zeer ongerust over maak.

Zeker omdat wij al in een van de armste steden van Vlaanderen leven.

Daarom heb ik enkele vragen:

  1. Vorig jaar zijn er extra middelen vrijgemaakt om de ocmw’s te ondersteunen. De aanvraag tot deze middelen waren verlengd tot eind april. Zijn deze tegemoetkomingen verdeeld geraakt?
  2. Hoeveel meer aanvragen om leefloon zijn er vorig jaar en dit jaar bijgekomen?
  3. We merken dat heel veel mensen de weg naar het ocmw nog steeds niet vinden. Hoe denken jullie de mensen te begeleiden om niet pas aan te kloppen als het al te laat is en ze in een mallemolen van de schuldindustrie terecht zijn gekomen.
  4. Welke zijn jullie verdere stappen om de armoede structureel aan te pakken.
  5. Hoeveel mensen hebben een verhoogde tegemoetkoming, en zien jullie hier de cijfers stijgen?

Bijlagen