Ministerieel besluit d.d. 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en latere aanpassingen.
Als tegemoetkoming voor de coronamaatregelen ging de gemeenteraad op 15 september 2020 akkoord om aan verenigingen die de inkomsten, nodig voor hun werking, halen uit de uitbating van stedelijk onroerend goed, een vrijstelling toe te kennen van 6/12 van de jaarlijks te betalen vergoeding. Dezelfde vrijstelling werd toegekend aan horecaconcessionarissen die stedelijke infrastructuur uitbaten.
Er is toen afgesproken om de vergoedingen voor de periode 1 maart - 1 september 2020 kwijt te schelden.
Vanaf half oktober 2020 werden de coronamaatregelen opnieuw verstrengd.
De verenigingen vragen een bijkomende tegemoetkoming om te kunnen overleven.
Op 8 juni 2020 kon de horeca onder voorwaarden terug open gaan. Het seizoen in de sport- en cultuursector eindigt echter op dat moment. Het nieuwe seizoen startte voor de meeste verenigingen in de loop van september terug op, met beperkingen.
Op 13 oktober 2020 besliste de regering de horeca opnieuw te sluiten.
Er wordt daarom voorgesteld om de periode van vrijstelling van betaling te verlengen van 1 september 2020 tot 1 oktober 2021 voor de verenigingen en horecaconcessionarissen die op 15 september 2020 een vrijstelling kregen van 6/12 van de jaarlijks aan de stad te betalen vergoeding.
De raad gaat akkoord met het voorstel om de periode van vrijstelling van betaling te verlengen van 1 september 2020 tot 1 oktober 2021 voor de verenigingen en concessionarissen die in september 2020 van deze maatregel genoten.