In een lokale gemeenschap moet er voldoende infrastructuur zijn waarbinnen het samenleven vorm kan krijgen en waarbinnen de noden van bewoners naar een zinvolle vrijetijdsbeleving een antwoord kunnen krijgen.
Deze infrastructuur is dus erg divers en kan een rol vervullen in de kleine lokale gemeenschap, in de bredere buurt of op stadsniveau.
Deze infrastructuur kan stedelijk of kan particuliere eigendom zijn en kan op verschillende manieren ter beschikking gesteld worden aan verenigingen en groepen. Samen biedt deze infrastructuur voldoende mogelijkheden om mensen te laten samenkomen, hun hobby te laten uitoefenen, te laten ontspannen, te sporten, te feesten, zich te vormen en elkaar te ontmoeten, …
Via dit reglement willen we particulier beheerde gemeenschapsinfrastructuur ondersteunen.
Als stad zetten we in op die infrastructuur die haar rol speelt in de bredere gemeenschap, waarbij de infrastructuur een middel vormt om mensen te verbinden en het sociale weefsel te versterken. Dat verbinden kan op vele manieren gebeuren, vaak in functie en op maat van de specifieke activiteiten die plaatsvinden in de gebouwen.
Van infrastructuren waaraan de stad heeft bijgedragen wordt verwacht dat zij een rol spelen in en actief open staan voor hun bredere omgeving en hiermee dus een blijvende interactie aangaan. Infrastructuur waarin we als stad mee investeren moet en zal dus een bijdrage leveren aan de opbouw van een harmonieuze stad waarbij er een wederzijds respect voor en aanvaarding van elke stadsbewoner is. Een democratisch en open beheer door vrijwilligers is een belangrijke en onontbeerlijke motor om deze gebouwen hun rol te laten vervullen.
Concreet toetsen we alle ondersteuningsvragen van groepen en verenigingen op het vlak van infrastructuur stedelijk af op volgende criteria:
1. Algemeen:
Concreet:
1. Veiligheid, dringende werken en geluid
Via dit onderdeel wil het stadsbestuur op een aantal concrete domeinen de kwaliteit en veiligheid van bestaande vrijetijdsinfrastructuur verbeteren zodat Genkenaren altijd in relatief veilige omstandigheden kunnen samenkomen. De aanvraag- en goedkeuringsprocedure wordt eenvoudig gehouden met het oog op een snelle doorlooptijd. Dezelfde werken komen slechts eenmaal om de 8 jaar in aanmerking voor subsidiëring.
2. Verbeteringswerken bestaande socioculturele infrastructuur
Via dit onderdeel ontvangen verenigingen die hun infrastructuur ter beschikking stellen aan derden, een ondersteuning.
Het betreft onderhouds- en functionele verbeteringswerken en de verwerving van duurzame uitrustingsgoederen.
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de geraamde kosten met een maximum van € 60.000,00, incl. btw, per 8 jaar. In het oude reglement bedroeg dit maximaal 50% van de kosten met een maximum van € 80.000,00.
3. Polyvalente socioculturele infrastructuur met gemeenschapsoverschrijdend bereik en jeugdinfrastructuur
Dit onderdeel is bedoeld voor infrastructuur die een duidelijk gemeenschapsoverstijgend bereik en uitstraling heeft, polyvalent en intensief gebruikt wordt en als dusdanig een belangrijke rol speelt in het sociale weefsel van de bredere buurt én als jeugdinfrastructuur.
Werkzaamheden die in aanmerking komen zijn onderhouds- en functionele verbeteringswerken.
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de geraamde kosten met een maximum van € 150.000,00, incl. btw, per 8 jaar. In het oude reglement voor polyvalente socio-culturele infrastructuur bedroeg dit 95% met een maximum van € 160.000,00. Voor jeugdinfrastructuur was dit voorheen 90% van de geraamde kosten met de mogelijkheid om dit te verhogen tot 95% indien ingezet werd op duurzaamheid en/of toegankelijkheid. Er was geen maximum subsidiebedrag en geen maximale termijn voorzien.
4. Sportinfrastructuur
Dit onderdeel is bedoeld om sportverenigingen hun accommodatie kwaliteitsvol te laten uitbouwen, verbeteren en renoveren. Belangrijk is dat deze werken een meerwaarde betekenen voor de sportopleiding: dat deze kwaliteitsvol is en kan verlopen en dat er aan talentontwikkeling gedaan wordt.
Werkzaamheden die in aanmerking komen zijn onderhouds- en functionele verbeteringswerken waaronder ook de aanleg van sportterreinen.
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 90% van de geraamde kosten met een maximum € 60.000,0,0 incl. btw, per 8 jaar. In het oude reglement bedroeg dit maximaal € 55.000,00. Het maximum subsidiebedrag kan verhoogd worden tot € 150.000,00 inclusief btw en erelonen indien de sportvereniging een ‘kwalitatieve jeugdsportwerking’ kan aantonen en voldoet aan enkele bijkomende voorwaarden. In het oude reglement bedroeg dit € 110.000,00 waarbij voor duurzaamheid, polyvalentie of toegankelijkheid telkens het maximumbedrag kon verhoogd worden met € 15.000,00.
5. Subsidies voor onderdeel ‘omgevingswerken’
Dit onderdeel is bedoeld voor werken zoals omgevingswerken rond, van en naar de verenigingsgebouwen zoals aanleg, uitbreiding en renovatie van parkings, verbetering van toegangswegen of nutsvoorzieningen en afbraakwerken.
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 90% van de kosten met een maximum van € 30.000, incl. btw, per 8 jaar. In het oude reglement bedroeg dit € 50.000 met een subsidiepercentage van 100%.
6. Aanvraag en beoordeling
Dossiers in het kader van de veiligheid kunnen te allen tijde ingediend worden.
Voor alle overige dossiers zijn er vier indieningsdata, nl.: 31 januari, 30 april, 31 juli en 31 oktober en bestaat de procedure uit twee fases, nl. fase 1: aanvraagdossier en fase 2: subsidiedossier.
Fase 1: aanvraagdossier
De aanvraag omvat:
Het aanvraagdossier wordt ambtelijk geadviseerd en voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen dat beslist over de principiële goedkeuring voor indiening van een subsidiedossier onder voorbehoud dat wordt voldaan aan alle (bijkomende) voorwaarden.
Eveneens kan een advies van de betrokken stedelijke advies-/ participatieraad toegevoegd worden.
De principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen m.b.t. het aanvraagdossier geldt voor maximaal 12 maanden en kan bijzondere voorwaarden inhouden.
Fase 2: subsidiedossier
Het subsidiedossier, op te maken en in te dienen binnen de 12 maanden na goedkeuring van het aanvraagdossier, omvat:
Vervolgens wordt een subsidiedossier voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen dat hierover beslist.
Het advies houdt rekening met onder meer volgende items: betekenis en rol van de infrastructuur voor het maatschappelijk leven in de buurt en de verbinding van buurtgemeenschappen, alternatieve oplossingen, duurzaamheid en fysieke toegankelijkheid, intensiteit van het gebruik, mate van actieve openheid naar de buurt, democratisch en participatief beheer, gebiedsgerichte spreiding, draagkracht van de buurt, inpassing in het bestaande wijkweefsel, e.d.
7. Overgang en inwerkingtreding
Lopende dossiers zijn dossiers waarvan de aanvraag reeds werd goedgekeurd door het college. Deze dossiers worden behandeld volgens het sectorale reglement dat op het moment van goedkeuring, van kracht was. Nieuwe dossiers waarvan de aanvraag nog niet werd goedgekeurd vóór de inwerkingtreding van het nieuwe reglement, worden automatisch behandeld volgens het nieuwe reglement.
Het nieuwe subsidiereglement wordt van kracht op 1 maart 2021, na goedkeuring door de gemeenteraad.
De diensten Sport, Cultuur en Jeugd werkten aan een afstemming van de subsidiereglementen met betrekking tot de ondersteuning van particuliere infrastructuur. Momenteel zijn er vier reglementen (sportinfrastructuur, socioculturele infrastructuur, jeugdinfrastructuur en het reglement brandveiligheid) die telkens andere normen hanteren.
In de lijn met de stedelijke ambities geformuleerd in het meerjarenbeleidsplan, werkten de cultuurdienst, sportdienst en jeugddienst, een gezamenlijk subsidiereglement uit.
Het reglement omtrent brandveiligheid wordt evenzeer opgenomen in het gezamenlijke subsidiereglement.
De diensten beogen met het nieuwe reglement meer en betere intersectorale afstemming en een optimaal gebruik van open infrastructuur.
De raad keurt het vernieuwde subsidiereglement Infrastructuur voor socioculturele-, jeugd- en sportverenigingen goed, ter vervanging van het reglement 'Subsidiëring socioculturele infrastructuur' van december 2015, het reglement 'Jeugdinfrastructuur' van juni 2018, 'Reglement subsidie voor sportinfrastructuur voor sportclubs' van december 2015 en het intersectorale reglement voor subsidiëring van maatregelen voor brandveiligheid, inbraakpreventie en/of dringende en/of tijdelijke werken in vrijetijdsinfrastructuur van december 2015.