De vraag is: hoe bereiken we op een efficiënte en humane manier minder afhankelijke burgers, minder individuele en maatschappelijke schade?
Het drugsbeleid zoals wij het nu kennen gebeurt onder de radar in Genk. Met alle gevolgen van dien: stigmatisering van gebruikers, gevaarlijke producten op de markt en een crimineel circuit waar gigantische bedragen circuleren en verkoop aan minderjarigen.
Het gebruik van de middelen waarvan sprake refereert niet enkel naar illegale drugs, maar ook naar alcohol, psychoactieve medicatie en andere mogelijke roesmiddelen ongeacht de juridische status (bv. lachgas). Ook gelinkt met gokken en gamen (spelverslaving).
Een plan van aanpak!
Aangezien het drugsfenomeen implicaties heeft op heel wat levensdomeinen - van gezondheid tot veiligheid - is een globaal beleid nodig waarbij de samenwerking tussen verschillende beleidssectoren centraal staat. Op lokaal niveau impliceert dit met andere woorden dat de diverse stakeholders betrokken worden bij dit beleid met het oog op een evenwichtige, integrale en geïntegreerde benadering.
Pijlers met een goed uitgebouwd welzijns- en gezondheidsbeleid als onderliggende basis, steunt een integraal drugsbeleid op vijf pijlers die complementair zijn aan elkaar: preventie, vroeg-interventie, zorg/herstel, harm reduction en repressie/handhaving. Het zijn de bouwstenen van een krachtdadig drugsbeleid.
4.1. De vier belangrijkste doelstellingen van preventie zijn: niet-gebruik aanmoedigen; experimenteergedrag uitstellen; sociale vaardigheden aanleren en verantwoordelijk gedrag bevorderen. De vroegtijdige aanpak stimuleren. Dit is op niveau van educatie voor het Genkse gemeenschapsleven. De wijken met zijn verenigingen, de scholen en de gemeenschappen;
4.2. Vroeg-interventie: dit is een behandelingsvorm die tracht in te grijpen alvorens de problemen zich ontwikkelen tot een echte verslavingsproblematiek. De nadruk ligt op bewustwording van beginnende problemen bij de gebruiker en het zelf ontwikkelen van oplossingen. Ook ondersteuning van ouders of anderen uit de omgeving van de gebruiker valt hieronder. Met aandacht en ondersteuning en begeleiding van familieleden van allochtone drugsgebruikers.
4.3. Zorg/herstel: bij een integrale aanpak van de drugproblematiek is een brede waaier van zorg nodig. De stad blijft inzetten op laagdrempelige hulpverlening aan kwetsbare druggebruikers (CAD, AA, ). Er is nood aan laagdrempelige of kortdurende interventies (crisisopvang) tot intensieve langdurende zorg (drugsvrije therapeutische gemeenschap).
Zorg op maat en zorgcontinuïteit moeten centraal staan. Vanuit het zorgaanbod moet er aandacht zijn voor al deze aspecten om de kans op slagen te verhogen. Samenwerking tussen specifieke drughulpverlening en andere vormen van hulpverlening is dus noodzakelijk (bv. arbeidszorg).
4.4. Harm reduction/schadebeperking: schadebeperking heeft als doel het minimaliseren van druggerelateerde schade voor druggebruikers en de omgeving/maatschappij. Op gezondheidsniveau staat het minimaliseren van overdraagbare ziekten en druggerelateerde overlijdens centraal. Schadebeperkende maatregelen kunnen ook in het begin van een herstelproces en niet enkel als andere zorg niet meer kan baten.
4.5. Repressie/handhaving: een integraal beleid impliceert dat zowel naar de vraagzijde als naar de aanbodzijde van het drugsfenomeen wordt gewerkt.
Er zijn 3 doelgroepen die extra aandacht verdienen:
Werken naar specifieke settings is één van de pijlers van kwaliteitsvolle gezondheidsbevordering. De settings die meer focus opeisen zijn:
Druggebruik is van alle tijden en alle culturen. Een drugvrije maatschappij is een utopie maar de stad Genk moet als doel hebben een ‘drugsarme’ stad zijn die alert is voor het fenomeen en waar de negatieve gevolgen van gebruik op een efficiënte manier worden aangepakt en dit in een zo vroeg mogelijk stadium.
Als verantwoordelijke gemeenschap moeten we de ambitie hebben om verslaving terug te dringen en verslaafden zo snel mogelijk opnieuw te integreren in onze maatschappij en arbeidsmarkt. Daarom pleit de N-VA Genk voor een geïntegreerd drugsbeleid dat rust op drie pijlers: preventie, hulpverlening en ordehandhaving. Anders gezegd: voorkomen waar kan, helpen waar nodig en bestraffen waar moet.
Het volgen van een behandeling is een voorwaarde voor verslaafde leefloners: “Het recht op leefloon afhankelijk maken van de wil om in behandeling te gaan, is niet hard. Het is zeggen: ‘Wij geven je niet op.’ Niet meer, niet minder.”
N-VA Genk wil drugsgebruikers van hun gewoonte afhelpen voor hun gebruik problematisch wordt. Wie toch op een problematische manier drugs gebruikt, moet eerst de kans krijgen om zich te laten behandelen. Overlast voor de bevolking moeten we aanpakken en misdrijven bestraffen, ook met celstraffen. Tegen producenten, invoerders en dealers moet Genk hard optreden.
Omdat voorkomen altijd beter is dan genezen, wil N-VA Genk dat er bijzondere aandacht gaat naar sensibilisering en preventie. Om die reden vinden wij een gedoogbeleid een fout signaal. En ook al kennen sommige softdrugs een hoge graad van sociale aanvaarding, van een legalisering kan voor ons geen sprake zijn. Enkel het gebruik van bepaalde softdrugs voor medische en wetenschappelijke doeleinden wil de N-VA Genk toelaten en ondersteunen.
We kunnen de strijd tegen drugs misschien niet winnen, maar we moeten hem wel blijven voeren.
Sinds 2014, met de opstart van de functie ‘drugscoördinator’ binnen het Veiligheidshuis, werd er een beleidskader opgemaakt waarbinnen het lokale verslavingsbeleid van de stad Genk ook vandaag nog steeds wordt vorm gegeven. De omkadering voor het lokale verslavingsbeleid vertrekt vanuit de notie dat de oorzaak van gebruik of misbruik niet eenduidig is. Niet alleen het product is belangrijk, ook de omstandigheden waarin wordt gebruikt, de persoonlijkheid van de gebruiker enz. spelen een belangrijke rol.
Het gaat om een samenspel van individuele kenmerken (Mens), productgebonden aspecten (Middel) en de maatschappelijke context (Milieu). We stellen dit eenvoudig voor als het 3M-model. Mens, Middel en Milieu staan in interactie met elkaar en bepalen samen of iemand al dan niet een bepaald middel (problematisch) gaat gebruiken.
Naast de verantwoordelijkheid van de burger zelf is het de missie van de stad om te zorgen voor het welzijn, de gezondheid en de veiligheid van de burgers. In kader daarvan benaderen we samen met diverse partners in het DRU-G-overleg het verslavingsfenomeen vanuit verschillende dimensies en investeren we in een integrale aanpak, gericht naar alle inwoners van de stad met extra aandacht voor bijzondere doelgroepen én met betrekking tot alle legale, illegale middelen, gokken, internet en gamen.
Het algemeen doel van het DRU-G is dan ook om met verschillende partners, vanuit éénzelfde analyse, een gezamenlijke integrale en geïntegreerde aanpakstrategie te ontwikkelen en maatregelen op te zetten binnen drie pijlers en dit omtrent verscheidene actuele thema’s rekening houdend met heersende trends en tendensen. De regie van DRU-G en van het beleid gebeurt vanuit het Veiligheidshuis. Verder zetelen OCMW Genk, ZorgGroepZin, LiSS, CAW Limburg, Katarsis, Huisartsenkring Prometheus en Politie Carma in de vaste kerngroep. Op afroep kunnen andere revelante partners uitgenodigd worden. Elk van deze partners neemt binnen zijn verantwoordelijkheid op, gekaderd binnen hun kerntaken en mogelijkheden.
De aanpakstrategie ent zich steeds op de drie pijlers: preventie, hulpverlening en regelgeving / handhaving.
Preventie:
Vanuit het DRU-G wordt heel erg ingezet op diverse vormen van preventie (universele preventie, selectieve preventie en geïndiceerde preventie), door bijvoorbeeld stadsbrede campagnes op te zetten. Dit najaar staat de Cannabiscampagne op het programma. Met de slogan ‘staat cannabis je geluk in de weg’ willen we inzetten op informeren en sensibiliseren en aanzetten tot zelfreflectie bij de cannabis rokende bevolking. Deze campagne zal, zoals bij al onze acties, eveneens steunen op de twee andere pijlers hulpverlening en regelgeving. Daarnaast zetten we in op psycho-educatie bij diverse doelgroepen, op maat van deze doelgroepen in samenwerking met CAD, politie,… Nieuwe tendensen worden hierin ook meegenomen. Er worden tevens initiatieven genomen in de verschillende wijken in Genk omtrent de problematieken van verslaving. Zo werd in het najaar 2019 een specifiek programma samengesteld voor een wijk in samenwerking met Gigos, CAD en politie.
Hulpverlening:
Drughulpverlening heeft aandacht voor alle problemen binnen de verschillende levensdomeinen zoals huisvesting, basisinkomen, gezondheid, werk en zo meer. Daarom is een goed netwerk en een efficiënte samenwerking met andere organisaties erg belangrijk. Binnen de hulpverlening zetten we voornamelijk in op vroeg-interventie, evenals het bieden van hulp en ondersteuning wanneer het probleem zich reeds in een verder stadium bevindt. Deze hulp en ondersteuning mag zich niet beperken tot de gebruiker zelf. We hebben hierbij ook oog voor de ruimere omgeving: ouders, partner, kinderen,… Een belangrijk onderdeel is ‘harm reduction’.
Regelgeving / handhaving:
Wetgeving, de controle en handhaving erop zijn noodzakelijk in een goed verslavingsbeleid. Het evenwichtig inzetten op alle schakels is essentieel.
Binnen de handhaving zijn er lokaal enkele tools voorhanden. Zo heeft Politie Carma lachgas sinds 1 januari 2020 opgenomen in de politieverordening ter beteugeling van overlast. Dit maakt dat er ook handhavend opgetreden kan worden via GAS. Maar ook de lokale politie kan lachgas bestuurlijk in beslag nemen.
Daarnaast is bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit, meer bepaald de georganiseerde en ondermijnende vormen ervan, een lokaal instrument in de strijd tegen deze criminaliteit en dit in nauwe samenwerking met politie Carma, het parket en inspectiediensten. Als burgemeester heb ik de verantwoordelijkheid om de openbare orde te vrijwaren, wat in casu kan neerkomen op het nemen van een preventieve maatregel om drugscriminaliteit te voorkomen. Concreet worden sectoren die sterk gelinkt zijn aan mogelijke drugsproblematieken nauwgezet opgevolgd, zodat de openbare orde steeds geoptimaliseerd blijft. De sluiting van horecagelegenheden Da Picena (2018) en Café Monroe (2019) op basis van de drugswetgeving vormen twee voorbeelden van een effectieve bestuurlijke aanpak.
Vanuit het Veiligheidshuis zetten we steeds in op alle schakels van de veiligheidsketen en dus ook in deze materie. Binnen het huidige stedelijke meerjarenbeleidsplan werd het ‘lokaal integraal verslavingsbeleid opvolgen en bijsturen’ ook opgenomen als één van de acties voor de komende jaren en blijven we ons samen met de partners hiervoor inzetten.
di 16/06/2020 - 15:50