De corona-crisis zorgt voor een serieuze impact op het stadsbudget. Er is niet alleen de factuur van de ondersteunende maatregelen, maar er zijn ook de verminderde inkomsten uit belastingen en retributies. Bovendien geeft de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) in een voorlopige becijfering aan dat “de Vlaamse gemeenten in 2021 aankijken tegen een verlies van circa 50 miljoen euro APB (aanvullende personenbelasting) in vergelijking met wat ze hadden gepland. In 2022 gaat het zelfs over ruim het dubbele. Door het vertraagde effect blijft er ook in 2023 nog een belangrijke negatieve impact van de coronacrisis”. De VVSG wijst erop dat de uiteindelijke impact sterk zal afhangen van totale duur van de crisis en de nog niet te becijferen economische effecten.
Onze financiële dienst houdt een overzicht bij waarin we de geraamde financiële impact van corona op het stadsbudget intern monitoren.
We houden daarin rekening met heel wat extra uitgaven, maar we hebben hier en daar ook minder uitgaven en maken op het stadsbudget ook zelf eigen relancemiddelen vrij, bovenop de steun die we ook van de bovenlokale overheden krijgen.
Een aantal factoren in deze zijn op dit moment nog niet helemaal duidelijk. Ik stel voor daarom hierover de komende maanden regelmatig verdere toelichting te geven in de raadscommissies.
Onze lokale economie heeft ongetwijfeld geleden onder de impact van het COVID19 virus. Dat geldt dan in de eerste plaats vooral voor de horeca, die gedurende enige tijd volledig gesloten was, en voor die handelsondernemingen die gedurende een zekere tijd gesloten waren en daarna onder strenge beperkingen terug open konden gaan.
Momenteel zijn de geluiden die we horen wisselend. Bepaalde ondernemers geven aan dat de omzet beter is dan verwacht (waarbij de verwachtingen vermoedelijk eerst naar beneden werden bijgesteld), anderen geven aan dat het een stuk minder is. Bovendien zitten veel winkels (vooral in kleding en schoenen) met voorraden die niet verkocht geraakt zijn, en wat verkocht werd, moest de deur uit tegen aanzienlijke kortingen. Dat heeft zonder twijfel een invloed op de cashpositie van heel wat ondernemingen. We begrijpen dat ook heel wat leveranciers momenteel kampen met leveringsproblemen, als gevolg van fabriekssluitingen tijdens de lock down.
We hebben geen weet van een stijging van het aantal falingen binnen de Genkse handel en horeca.
Voor wat verenigingen betreft, merken we dat vele verenigingen hun werking volledig stilgelegd hebben tijdens de eerste golf. We zijn blij te vernemen dat verenigingen nu weer opstarten en proberen hen ook vanuit onze adviesraden te stimuleren om dat te blijven doen; uiteraard rekening houdend met alle corona-maatregelen.
Maar we vernemen ook dat heel wat verenigingen het moeilijk hebben om opnieuw op te starten. Het gaat dan vooral over verenigingen met grote vaste kosten. Omdat we willen vermijden dat zij door corona ophouden te bestaan én om die verenigingen die het echt moeilijk hebben om opnieuw op te starten te steunen; maakten we extra middelen vrij ter ondersteuning.
Om een en ander wat meer te objectiveren nemen we vanuit de stad deel aan verschillende Corona-bevragingen, o.a. via de UHasselt en de UAntwerpen.
wo 16/09/2020 - 15:12