2020_IP_00064 - Interpellatie van raadslid Chris Janssens: Corona in Genk.

1. Kan het stadsbestuur toelichting geven over de evolutie van coronabesmettingen van stadsgenoten tijdens de zomermaanden?

Via 'genkincijfers.be' kan iedereen de Genkse situatie monitoren. Op dit dashboard worden de gegevens van Sciensano en de Zorgatlas samengevoegd. Door juist te informeren, blijven we ook sensibiliseren.
Een analyse van de cijfers van 1 juli tot 31 augustus toont een stijging van het aantal besmettingen tot midden augustus. Daarna bleven we lange tijd hangen op hetzelfde niveau, met een occasionele stijging of afname. En op dit moment zien we een lichte daling. In Genk kregen we vooral te maken met gezinsclusters, waarbij we een hoge besmettingsgraad binnen het gezin zien. Daarnaast zijn er enkele familiale clusters, waar het virus zich verder verspreidde onder broers, zussen, ouders, ooms en tantes. We zijn er telkens in geslaagd ook deze familiale clusters in te dijken.

2. In welke wijken werden de meeste positieve COVID19-tests geregistreerd? 3. Heeft het stadsbestuur gericht gecommuniceerd met de bewoners van de meest getroffen wijken? 

Op het dashboard van 'genkincijfers.be' analyseren we de data ook op wijkniveau, zij het enkel voor de laatste 7 en de laatste 14 dagen. Wij zien dat geen enkele Genkse wijk meer dan 20 besmettingen telt. Er zijn tien wijken met meer dan tien besmettingen.  We kunnen dus stellen dat het aantal besmetting verdeeld is over alle Genkse wijken.
Je moet de pandemie aanpakken als een dynamisch gegeven. Vooral de evolutie van de cijfers is belangrijk, niet de optelsom van het aantal besmettingen. Een absoluut cijfer biedt ook onvoldoende inzicht in de concrete situaties, want het is afhankelijk van het aantal inwoners in de wijk, het aantal gedetecteerde clusters enzovoort. Op basis van de analyse van het lokaal ondersteuningsteam COVID19 werden geen verdere acties op wijkniveau genomen.

4. Welke sensibiliserende acties werden er door het stadsbestuur opgezet? 7. Welke initiatieven werden sinds de zomermaanden door het stadsbestuur genomen omtrent de bestrijding van het coronavirus? Is er aanvulling/bijsturing nodig van deze initiatieven?

Vooreerst: We kunnen het virus enkel verslaan als we ons allemaal aan de maatregelen houden en daarin onze verantwoordelijkheid nemen. Wij blijven ons als stadsbestuur hiervoor inzetten. 

Bij aanvang van de tweede golf werd in Genk gestreden op twee fronten: 

• het toepassen, communiceren en handhaven van de maatregelen, gesteld door de federale overheid aangevuld met eigen initiatieven; en
• het versterken van de contact tracing op Vlaams niveau.

Wat het eerste front betreft werd een mondmaskerplicht opgelegd in het stadscentrum (binnen de cityring) en de bovenlokale handelsstraten. Samen met het ZOL werd een communicatiecampagne opgezet rond “Terugkeer uit rood of oranje gebied”. Deze is erop gericht om Genkenaren te sensibiliseren de regels te volgen, wanneer ze terugkomen uit vakantie of meer algemeen, een verblijf in het buitenland.  Zoals elke campagne in het teken van corona, gebruikten we ook in deze campagne een mediamix die ons toelaat om zowel algemeen als doelgroepgericht te werken.

Tenslotte werd ook op maat van de start van het schooljaar gewerkt. Via nieuwsbrieven houden we de directies op de hoogte van specifieke acties en maatregelen. We bezorgden ook ons campagnemateriaal aan de scholen met het oog op digitale verspreiding via de platformen die zij gebruiken om te communiceren met leerlingen en ouders.

Voor het tweede front werd een systeem op poten gezet, i.s.m. ELZ Kemp & Duin (en de medische expertise, door hen aangesteld), het Provinciaal Steunpunt, de Huisartsenkring en verschillende laboratoria in de omgeving. Het lokaal ondersteuningsteam COVID19 volgt dagelijks de besmettingen op. Zij contacteren alle indexpatiënten persoonlijk, met het oog op bronopsporing, naleven van de quarantaine (inclusief de vraag naar ondersteuning), voorbereiding op Vlaamse contact tracing, link met collectiviteiten (zoals bedrijven, scholen, …) en preventie van clusterbesmettingen. 

Via die weg slagen we erin om positieve testen snel te detecteren, de contacten in kaart te brengen en te isoleren. Kort op de bal spelen is hier de boodschap, want ook zo slagen we erin de verspreiding van het virus tegen te gaan.

De wetenschap evolueert natuurlijk ook. We leren elke dag bij over het virus. Zo kunnen laboratoria sinds kort detecteren of een indexpatiënt een hoge of een lage virale lading heeft. Dit helpt de lokale contact tracing in het bepalen van prioriteiten. Daarnaast geeft het gewicht aan de verplichting om in quarantaine te blijven. Indexpatiënten met een hoge virale lading krijgen deze melding ook en weten dat zij zich kunnen ontwikkelen tot een grote verspreider.

We monitoren dit alles dagelijks en komen meermaals per week samen met het Corona Kerncomité, waar we ook bekijken of en wanneer er bijgestuurd moet worden in de genomen maatregelen en communicatie.

5. Heeft het stadsbestuur zicht op het aantal teruggekeerde reizigers uit een buitenlandse rode of oranje zone? Heeft het stadsbestuur zicht op het aantal van deze reizigers dat een test heeft ondergaan en/of in quarantaine is gegaan? In welke mate werd de quarantaine opgevolgd/gecontroleerd? 6. Heeft het stadsbestuur zicht op teruggekeerde reizigers die positief testten? 

Als stadsbestuur hebben wij geen zicht op het aantal terugkerende reizigers uit een rode of oranje zone. Alle mensen die minstens 48 uur in het buitenland verblijven zijn verplicht om het Passenger Locator Form in te vullen. Wij hebben echter geen toegang tot deze gegevens. 

We hebben van de federale overheid wel begrepen dat Limburg goed scoort voor wat het laten afnemen van testen betreft bij terugkeer uit het buitenland. We gaan er van uit dat onze sensibiliseringscampagne daarin ook een rol gespeeld heeft. 

Sinds 10 augustus wordt bij contact met de indexpatiënt door het Lokaal Ondersteuningsteam COVID19 wel gevraagd waar hij of zij de besmetting vermoedelijk heeft opgelopen. 25% geeft aan te zijn besmet in het buitenland.