Onze stad pakt er graag mee uit dat we de groenste stad van Vlaanderen zijn. Anderzijds zien we dat de grote oppervlakten natuur een uitnodiging zijn om de ongebreidelde ambities van de stad om te groeien waar te maken. En omdat het allemaal binnen de grenzen van Genk gebeurt, wordt daar de het etiket ‘inbreiding’ op geplakt.
Concreet wil ik aanklagen wat er gebeurd is in de Zonevreemde Sport en Recreatie Sportzone Meistraat. Naast heel wat andere overtredingen van de voorschriften van het RUP heeft daar een aanzienlijke ontbossing plaats gevonden met het oog op de aanleg van een voetbalveld. Die ontbossing was gedeeltelijk gedekt door een voorwaardelijke kapvergunning, afgeleverd door het CBS. De eigen dienst ruimtelijke ordening van de stad had nochtans over de hele lijn een ongunstig advies gegeven omdat die kap ook zou plaatsvinden in secties die bestemd waren voor de bescherming en het herstel van kwetsbare natuur.
Het zij zo. Maar het minste wat we kunnen verwachten is dat bij een voorwaardelijke vergunning voldaan wordt aan de voorwaarden. Wat zeker niet gebeurd is. Zonder volledig te zijn stip ik aan:
De stad wist dus niet wanneer de kap heeft plaats gevonden en ook niet dat de voorwaarden niet vervuld zijn. Tot 22 augustus 2019: toen werd door de stad vastgesteld dat er meer gekapt is dan toegelaten door de vergunning. De burgemeester heeft op 7 januari 2020 dan een klacht neergelegd wegens illegale ontbossing en herstel van de plaats d.m.v. een herbebossing in samenspraak met ANB en een termijn voor de uitvoering hiervan evenals een dwangsom. Het dossier heeft ondertussen een gekregen gunstig advies bij de Hoge Raad Handhavingsuitvoering. Tijdens de gemeenteraad van februari heeft de burgemeester deze illegale ontbossing zelf een misdaad tegen de natuur genoemd waar hij helemaal niet blij mee is ‘Maar ja die bomen zijn natuurlijk snel weg.’
Als we dit allemaal vernemen zouden we denken dat het illegaal ontboste terrein minstens blijft liggen tot er een uitspraak komt. Maar wat constateren we? De bosgrond is helemaal weggegraven, het hele stuk is ingezaaid er ligt nu een duiveltjesveld waar ook op gespeeld wordt. Met andere woorden: Bregel heeft gewoon zijn doel bereikt: het aanleggen van een voetbalveld. Meer nog: in februari heeft de stad zich nog borg gesteld voor een bijkomende lening die met een grote waarschijnlijkheid gebruikt is voor het aanleggen van dat voetbalveld. Dit roept bij mij talloze vragen op maar ik probeer mij te beperken:
Het is voor mij schokkend hoe nonchalant het stadsbestuur omspringt met het haar toevertrouwde goed.
Stedenbouwkundige vergunningen met een reukje aan worden verkocht als wettig door er een aantal voorwaarden aan te verbinden die dan niet vervuld worden. Ik zou denken dat als aan de voorwaarden niet voldaan is een vergunning vervalt.
Het huidige RUP dat ondubbelzinnig bepaalt dat we hier in een kwetsbaar landschap zitten dat moet beschermd en hersteld worden maar ervan uitgaat dat het mogelijk is dit te combineren met lokale sportactiviteiten moet vervangen worden door een RUP dat de bovenlokale ambities van Bregel voorop stelt. En de stedenbouwkundige vergunningen die de stad afgeleverd heeft, gaan er liefst van uit dat het nieuwe RUP al in voege is.
En dan maar de mond vol hebben over SDG’s en duurzaamheid. Als inwoner van deze stad en als vertegenwoordiger van de inwoners van deze stad vraag ik dat het stadsbestuur, dat als eigenaar de boscompensatie betaald heeft, als eigenaar ook op zijn strepen staat, de huurder op zijn plichten wijst en vraagt de geleden schade zo snel mogelijk te vergoeden en te herstellen. In het belang van alle Genkenaren maar ook uit principe.
Is het stadsbestuur op de hoogte van de huidige toestand van het illegaal ontboste terrein? Wat is de termijn van uitvoering van de dwangsom? Of moeten we wachten op een uitspraak die er niet zal komen omdat er een RUP in de maak is dat deze overtreding perfect legaal zal maken?
We stellen vanuit het stadsbestuur wel vaker vast dat mensen zich niet aan de opgelegde vergunning houden. In dat geval treden we uiteraard op. Zo ook in dit dossier waar de verbalisanten van onze sector ruimte een proces-verbaal opgesteld hebben voor een stedenbouwkundig misdrijf. Daarin is al duidelijk opgenomen dat er op het terrein gras ingezaaid is.
Wat hier gebeurt is, kan duidelijk niet. Het proces-verbaal werd via besluit burgemeester overgemaakt aan de bevoegde instanties en wordt daar prioritair behandeld, aangezien het misdrijf plaatsvond in een ruimtelijk kwetsbaar gebied. We vernemen dat er hieromtrent al ondervragingen plaatsgevonden hebben. De bestraffing en het herstel worden verder bewerkstelligd via de gerechtelijke procedure. Er wordt daarbij geoordeeld op basis van het huidig geldende RUP.
Als burgemeester en handhavend ambtenaar Ruimtelijke Ordening keurde ik alvast een herstelvordering goed, waarbij herstel in de oorspronkelijke toestand gevraagd wordt met een dwangsom van € 125,00 per dag verwijl. Wij ontvingen hieronder ondertussen positief advies van de Hoge Raad voor Handhavingsuitvoering. We nemen dat advies mee in de verdere gerechtelijke stappen.
Met betrekking tot het illegaal kappen van een zomereik in 2015: Is de schadevergoeding effectief betaald? Als hier dezelfde standaard gehanteerd werd: hoeveel schadevergoeding zou dan nu betaald moeten worden?
Bregel heeft op 13 maart 2015 een bedrag van € 853,26 overgemaakt aan het stadsbestuur. Je kan de schadevergoeding met betrekking tot de eik in 2015 wel niet zomaar kopiëren naar deze illegale ontbossing. Er zijn immers verschillende factoren die de waarde van een boom bepalen; zoals de dikte, het soort en de standplaats (alleenstaand, in een bos of in een waardevolle bomenrij, …).Daar hebben wij geen zicht op. Er ligt op het terrein nog wel wat hout, maar dat lijkt zeker niet voldoende voor de hoeveelheid die gekapt werd. Dit alles maakt ook voorwerp uit van het verdere onderzoek.
wo 16/09/2020 - 15:47