Sinds 2012 voert de stad Genk een beleid rond renovatiebegeleiding (Genk Isoleert, Genk isoleert samen, ....). De ervaringen uit deze projecten leren dat er een structurele nood is aan coaching en begeleiding, zeker voor bepaalde doelgroepen die anders moeilijker tot renovatie overgaan (ouderen, lagere inkomens,...).In de periode 2017-2019 werd het concept van renovatiebegeleiding uitgewerkt onder de naam 'Renocoach' en als overheidsopdracht aanbesteedt. Vanaf 2020 wil de stad het concept structureel aanbieden aan haar inwoners. Dit wil ze doen in samenwerking met het Energiehuis, een nieuwe semi-publieke speler in het energielandschap, onder de vorm van een samenwerkingsovereenkomst waarbij de stad Genk cofinanciert. Motivatie voor de keuze voor een samenwerkingsovereenkomst en een analyse van de overeenkomst wordt toegevoegd als bijlage bij dit dossier.
De Vlaamse overheid legt een samenwerking met het Energiehuis, actief in de gemeente/stad, oplegt aan elke gemeente. Per gemeente is er slechts 1 Energiehuis actief. De werkingsgebieden zijn exclusief geregeld, naar analogie met de sociale huisvestingsmaatschappijen. Een Energiehuis is een semi-publieke organisatie, in beheer van cvba's of vzw's. Voor Limburg is het Energiehuis een organisatie van het Energiehuis is een samenwerking van Duwolim, een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk. In deze cvba zitten vzw Stebo, vzw Dubolimburg, erkende kredietmaatschappij Onesta, intercommunale Fluvius, een Limcoop - een coöperatieve van Beweging.net).
Inhoud Samenwerkingsovereenkomst:
Het Energiehuis werkte een generiek aanbod uit voor alle Limburgse gemeenten. Dit aanbod omvat een werking in de nulde, eerste en tweede lijn.
Het Energiehuis krijgt voor het organiseren van haar activiteiten middelen van de Vlaamse overheid. Die middelen worden voor 25% ingezet om de organisatie van het Energiehuis te realiseren. 75% van de middelen gaat naar effectieve acties. Om hieraan uitvoering te geven heeft het Energiehuis met die 75% aan middelen een verdeling gemaakt over de Limburgse gemeenten op basis van het aantal huishoudens. Zo kan elke gemeente zelf beslissen hoe ze die middelen inzet. Middelen die per jaar niet volledig worden gebruikt, worden niet overgezet. Voor Genk gaat het om een bedrag van € 10.436,40. Voor de besteding van die middelen kan de gemeente kiezen uit de dienstverlening in de eerste lijn.
IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ stelt vast dat er een grote overlapping is tussen de voorgestelde activiteiten van het Energiehuis in de eerste lijn en de eigen werking. IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ voert sinds 2010 de woonloketten uit voor Genk, As, Zutendaal en Opglabbeek (sinds 2019 Oudsbergen). Volgens IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ heeft het weinig zin om binnen het aanbod van de eerste lijn voor activiteiten te kiezen die IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ al uitvoert. Voor Genk is het interessanter die middelen in te zetten voor renovatiebegeleiding. Hierrond voert de stad Genk als sinds 2012 projecten. Op deze manier kunnen we dit structureel verankeren in het woon- en energiebeleid van de stad Genk. De stad Genk kan dan cofinancieren, om meer dossiers aan te kunnen dan wat het krediet van het Energiehuis toestaat. Met het krediet van het Energiehuis kunnen immers per jaar 41 maatregelen begeleid worden, terwijl er momenteel op 2 jaar tijd 236 werden uitgevoerd. Om renovatiebegeleiding structureel in te bedden, is dus een cofinanciering nodig. Daarnaast is het ook zinvol om de mensen die op stroom verwarmen nog niet los te laten. Nog veel eigenaars hebben geen stappen ondernomen om hun dure accumulatoren te vervangen. De energiescans voor deze doelgroepen kunnen best nog worden verder gezet. IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ onderhandelde daarom met het Energiehuis om deze dienstverlening op te nemen in hun eerste lijnsaanbod, zodat het krediet van het Energiehuis daar aan besteed zou kunnen worden. Ook stelde IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ voor om deze samenwerking open te trekken naar de andere GAOZ-gemeenten, om het draagvlak en de werking er rond te versterken. De andere gemeenten stonden ook open om renovatiebegeleiding in hun aanbod op te nemen en dus ook in hun samenwerking met het Energiehuis.
Financieel
Jaarlijks zal de stad Genk 70% van de voorziene cofinanciering a priori uitbetalen als voorfinanciering. Het jaar nadien volgt de tweede schijf van 30%, na opmaak van de afrekening van het jaar voordien. Hiermee wordt de resterende 30% verantwoord. Die afrekening zal het concrete bedrag bepalen dat de stad Genk verschuldigd is. Confinanciering die niet verantwoord is, wordt doorgeschoven naar het volgend werkingsjaar. Als 75% van de beschikbare middelen is toegewezen, licht het Energiehuis de stad Genk in.
Om alles planbaar te maken, koopt de stad Genk jaarlijks 80 mensdagen in. Dit komt overeen met een budget van 40.000 €. Met dat budget worden de activiteiten van het Energiehuis gecofinancierd. Het krediet van het Energiehuis (€ 10.436,40) is ook goed voor de uitvoering van 31 renovatieadviezen / maatregelen. Dit wordt in het addendum opgenomen. Indien blijkt dat dit aantal mensdagen te laag is ingeschat, dan dient het addendum per collegebesluit aangepast te worden. Indien het aantal mensdagen te hoog is ingeschat, wordt het saldo overgedragen naar een volgend werkingsjaar.
Concrete afspraken
De Stad Genk zal haar budget, beschikbaar op budgetcode MJP000484 verdelen ten behoeve van de uitvoering van renovatiebegeleiding (75%), het uitvoeren van energiescans voor de doelgroep die verwarmt op stroom (vergoeding voor personen die niet tot de doelgroep behoren, 15%) en 10% wordt voorbehouden voor opleidingen binnen het energiehuis, de doorverwijzingen naar de expertisecel van het Enegiehuis en de inzet van het Energiehuis op infomomenten van IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ. Deze verdeling wordt jaarlijks geëvalueerd en opgenomen in het addendum.
Totaal: € 50.436,40
Het woonloket engageert zich om alle inwoners te informeren over energiethema's. Dit gebeurt nu al in grote mate. IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ zal hierover rapporteren aan het Energiehuis, zodat zij dit in hun rapportering meenemen voor het Vlaams Energieagentschap. In het addendum staan de afspraken opgesomd voor welke dienstverlening de woonloketten instaan en waarvoor zij doorverwijzen naar het Energiehuis.
Het Energiehuis stelt een online inschrijvingstool voor renovatiebegeleiding ter beschikking en promoot de dienstverlening binnen de eigen communicatiekanalen en netwerken. De intake zal zoveel mogelijk via het Energiehuis verlopen. De reactietijd na inschrijving is maximum 10 werkdagen.
Om een impactmeting van de actie te kunnen monitoren, worden volgende streefdoelen gehanteerd. Deze zullen ook worden geïntegreerd in de opvolging van het meerjarig beleidsplan.
Het Energiehuis zal op deze streefdoelen monitoren en terugkoppelen met de stad Genk. Ze stelt hiervoor een online dashboard ter beschikking. Login kan opgevraagd worden bij de dienst Wonen.
Partnerschap DuboLimburg
Voor de ondersteuning van de werking van DuboLimburg had de stad Genk vroeger een partnerschap afgesloten. Dit partnerschap liep af in 2019. IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ hernieuwde het partnerschap nog niet, omdat het mogelijks kon geïntegreerd worden in de samenwerkingsovereenkomst. Inhoudelijk zit dit vervat in de overeenkomst, maar het betreft toch een aangepaste financiering, die zich rechtstreeks met DuboLimburg laat afhandelen. Dit komt omdat DuboLimburg rechtstreeks door het VEA wordt betoelaagd voor haar activiteiten en niet via het Energiehuis. Maar naar de klant toe blijft het Energiehuis wel 1 organisatie. Het partnerschap kost de stad € 2.025,00. Het dient vooral om tegen een goedkoop tarief een renovatierapport te laten opmaken (€ 50,00 i.p.v. € 100,00). Dit zijn rapporten voor de meest ambitieuze verbouwers en vallen minder onder de scope van de Renocoach. Dit is het meest succesvolle product in Genk (2018: 60 huisbezoeken). Naast het verminderd tarief voor de adviesrapporten, kan de stad Genk via het partnerschap ook beroep doen op DuboLimburg voor duurzaamheidsscans van wijken, verenigingsgebouwen, gemeentelijke gebouwen, vorming,.... Het aanbod is opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst. IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ vraagt of de stad Genk ook expliciet akkoord gaat met het partnerschap. De middelen zullen voorzien worden binnen de kredieten voor renovatiebegeleiding (MJP000484).
Het Energiebesluit van 19 november 2010, gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 stelt in art. 7.9.2/1.§1. dat het energiehuis, naast het verstrekken en beheren van de energieleningen, in elke stad of gemeente binnen zijn werkingsgebied verplicht de volgende dienstverlening of activiteiten dient uit te voeren:
Het besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid. In artikel wordt de verplichting opgelegd aan de gemeenten om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met het Energiehuis.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Artikel 41 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten.
De zesde staatshervorming (2015) droeg de bevoegdheid voor het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) over aan de deelstaten. Het FRGE financiert de Duwolim-lening, zoals de Limburgse energielening werd genoemd. De Vlaamse Regering herdoopte deze lening tot Vlaamse Energielening. De Vlaamse Regering besliste in 2016 om de Vlaamse Energielening aan 2% stop te zetten voor een brede doelgroep. Tot dan toe kon iedereen de Vlaamse Energielening aanvragen, met een 0% tarief voor de VEA-doelgroep en 2% rente voor de overige aanvragers. De verstrekkers van de Vlaamse Energielening, de Lokale Entiteiten, zagen zo plots een hele reeks dossiers verdwijnen. Immers, 80% van de energieleningen ging naar de 2% doelgroep. Met 80% minder klanten was het voor hen niet rendabel om dergelijke dienstverlening aan te bieden met een beperkte klantenportefeuille. De Vlaamse Regering besliste toen om de rol van deze lokale entiteiten te versterken, door hen naast de kredietverstrekking ook andere taken te geven met betrekking tot het sensibiliseren en informeren van burgers rond energiethema's en het uitvoeren van projecten rond energiebesparing. De lokale entiteiten werden toen omgevormd tot energiehuizen: een nieuwe naam, een nieuw takenpakket, een nieuwe financiering. Daarnaast werd de doelgroep voor de 0%-lening wel verruimd, zodat een grotere doelgroep kon bereikt worden dan voorheen met de 0%-lening. De positionering van de Energiehuizen was echter niet grondig doordacht. Immers, de steunpunten Duurzaam Wonen in elke provincie hebben een gelijkaardige werking op dat vlak. Daarnaast zijn er in heel wat gemeenten woonloketten, waar burgers ook voor de aanvraag van energiepremies of de V-test terecht kunnen. Wonen en Energie zijn immers thema's die heel sterk verbonden zijn. Een inhoudelijke afstemming drong zich op, maar werd (nog) niet door de Vlaamse Regering afgedwongen. Wel werd een verplichte samenwerking ingeschreven in het Besluit van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid. Daarin wordt elke gemeente verplicht een overeenkomst af te sluiten met het Energiehuis in het werkingsgebied van de gemeente. Het Energiehuis dat werkzaam is in Genk, is het Energiehuis Limburg. Dit Energiehuis is gegroeid uit de Lokale Entiteit Duwolim, waar vzw Stebo, Limcoop, Onesto en DuboLimburg en Fluvius aan deelnemen. Dit Energiehuis heeft met de Vlaamse middelen een voorstel van samenwerkingsovereenkomst uitgewerkt voor de gemeenten. IGS lokaal woonbeleid GAOZ heeft, samen met de dienst Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling en het OCMW, deze overeenkomst afgestemd met het Energiehuis en getracht dit op maat te maken van de beleidsambities van de stad/OCMW Genk en tegelijk voort te werken op de vorige campagne rond renovatiebegeleiding in de periode 2017-2019 en de campagne Genk Verwarmt (aanbieden van energiescans aan inwoners die op stroom verwarmen).
Opmerkingen van de Afdeling Leefmilieu en Duurzame ontwikkeling die geformuleerd zijn bij het tot stand komen van de samenwerkingsovereenkomst zijn geïntegreerd in de overeenkomst.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst met het Energiehuis Limburg, voor de periode 2020-2025, goed.
De gemeenteraad vraag het college van burgemeester en schepenen om de samenwerkingsovereenkomst uit te voeren, op te volgen en te evalueren.