In het meerjarenplan 2020-2025 is een beleidsdoelstelling opgenomen m.b.t. het duurzaam, evenwichtig en transparant financieel beleid van stad Genk. In het kader daarvan stelt de stad zich tot doel een evenwichtige basisfinanciering te hanteren via fiscaliteit en algemene fondsen. De stad wenst dit o.m. te realiseren aan de hand van een evenwichtig belasting- en retributiebeleid en kwaliteitsvol beheer van alle lokale belasting- en retributiereglementen.
De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken. Daarbij is ook een eenvoudige aangifteprocedure aangewezen ten einde het administratief werk, niet alleen van de gemeente, maar ook van de belastingplichtigen, te verlichten.
De gemeenteraad stelde op 18 december 2013 volgend belastingreglement vast: “Belasting op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen, gelegen in het centrum van Genk, voor de aanslagjaren 2014-2019”. Gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de Stad Genk is het aangewezen om dit belastingreglement te continueren en het toepassingsgebied te verruimen.
Stad Genk doet allerlei inspanningen die erop gericht zijn om de handelsfunctie te versterken en meer uitstraling te geven, en om de consumentenstroom te vergroten of beter te organiseren. Het kan dan ook als redelijk beschouwd worden dat de commerciële vestigingen die in de eerste plaats voordeel halen uit deze initiatieven, belast worden. Gezien de omvang van de publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen grotendeels het commercieel profiel en de uitstraling van de zaak bepaalt, wordt daarbij een redelijke verhouding tussen het oppervlaktecriterium en de tariefstelling van de belasting nagestreefd.
Gezien de activiteiten en inspanningen in het kader van het kernversterkend beleid, zich in hoofdzaak concentreren in het stadscentrum, is het billijk een hoger tarief te hanteren voor handelszone “stadscentrum”. Het gaat hier o.a. over de wekelijkse donderdagmarkt, de zondagsmarkten in de zomer, Genk on Stage, de 1-mei feesten en de O-parade, Parkies, de Sint-Martinusstoet, Iedereen donderdagt, … Daarbij wordt de gebiedsafbakening van het centrum, zoals bepaald in het belastingreglement van 18 december 2013, gehandhaafd.
Voor de handelszone “bovenlokale handelsstraten” is het billijk een lager tarief te hanteren (80% t.o.v. het tarief in handelszone “stadscentrum”). Het ontwikkelingspotentieel van deze straten is, door hun beperktere omvang, kleiner dan dit van het stadscentrum, waardoor dit lager tarief te verantwoorden is. Omwille van dezelfde redenering wordt voor de handelszone “lokale handelsstraten” een lager tarief gehanteerd dan voor de bovenlokale handelsstraten (60% t.o.v. het tarief in handelszone “stadscentrum”). Het is redelijk om de gebiedsafbakening van beide zones vast te stellen op basis van de zoneafbakening van de leden van de resp. handelsverenigingen (in tijden van een actief bestuur) van de betreffende commerciële handelszones en op basis van de handelsversterkende acties van de handelsverenigingen en/of van de stad, met uitstraling naar en baten voor de betreffende zones.
Commerciële vestigingen die buiten de afgebakende handelszones liggen, worden belast via de belasting op economische bedrijvigheid in vestigingen.
De beoefenaars van vrije beroepen, overheidsdiensten, sociale dienstverleners en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden worden niet betrokken bij en halen geen voordeel uit de specifieke acties van de stad. Zij zijn geen commerciële doelgroep, maar worden enkel geraadpleegd omdat daar een daadwerkelijke reden toe is en niet opdat zij zouden opgemerkt worden tijdens het recreatief winkel-wandelen, waardoor een vrijstelling van deze belasting te verantwoorden is.
Het is budgettair noodzakelijk belastingen te heffen die toelaten de uitgaven van steden en gemeenten in het algemeen te financieren, en aldus de continuïteit van de werking van de stadsdiensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven. Belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor steden en gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie. Om een belasting te kunnen innen, dient er een belastingreglement te worden opgesteld als wettelijke basis.
Het belastingreglement op de voor het publiek toegankelijke ruimten van commerciële vestigingen in het stadscentrum en in de lokale en bovenlokale handelszones voor de aanslagjaren 2020-2025 wordt door de raad vastgesteld.