Terug
Gepubliceerd op 23/12/2019

2019_GEM_00395 - Stadsbelastingen - Belasting op woningen, gebouwen en kamers, die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Oudsbergen, Zutendaal) voor de aanslagjaren 2020-2025 - Vaststelling

Gemeenteraad
di 17/12/2019 - 20:00 De Ontdekking - Bibliotheek
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Tom Arts, Wim Dries, Anniek Nagels, Kathleen Parthoens, Erhan Yilmaz, Alessandro Cucchiara, Toon Vandeurzen, Michael Dhoore, Yilmaz Kurtal, Ria Grondelaers, Annita Laporte, Jos Lantmeeters, Chris Janssens, Mehmet Kayacan, Marleen Vrancken, Lotte Trippaers, Yasin Kilic, Geert Reyskens, Mustafa Harraq, Sara Roncada, Ivo Schoonheere, Zuhal Demir, Jan Bergmans, Nawal Farih, Laura Olaerts, Cansu Pinarci, Jasper Olaerts, Meryame Kitir, Karel Kriekemans, Danny Kerkhofs, Stefano Ghiro, Sabine Hoeven, Sabrina Cavaliere, Chantal Coppens, Gaby Colebunders, Anna Boey, Rina Simons, Hilde De Wilde

Verontschuldigd

Geert Swartenbroekx, Erik Gerits

Secretaris

Hilde De Wilde

Voorzitter

Tom Arts

Stemming op het agendapunt

2019_GEM_00395 - Stadsbelastingen - Belasting op woningen, gebouwen en kamers, die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Oudsbergen, Zutendaal) voor de aanslagjaren 2020-2025 - Vaststelling
Goedgekeurd

Aanwezig

Tom Arts, Wim Dries, Anniek Nagels, Kathleen Parthoens, Erhan Yilmaz, Alessandro Cucchiara, Toon Vandeurzen, Michael Dhoore, Yilmaz Kurtal, Ria Grondelaers, Annita Laporte, Jos Lantmeeters, Chris Janssens, Mehmet Kayacan, Marleen Vrancken, Lotte Trippaers, Yasin Kilic, Geert Reyskens, Mustafa Harraq, Sara Roncada, Ivo Schoonheere, Zuhal Demir, Jan Bergmans, Nawal Farih, Laura Olaerts, Cansu Pinarci, Jasper Olaerts, Meryame Kitir, Karel Kriekemans, Danny Kerkhofs, Stefano Ghiro, Sabine Hoeven, Sabrina Cavaliere, Chantal Coppens, Gaby Colebunders, Anna Boey, Rina Simons, Hilde De Wilde
Stemmen voor 22
Wim Dries, Anniek Nagels, Kathleen Parthoens, Annita Laporte, Mehmet Kayacan, Rina Simons, Michael Dhoore, Ria Grondelaers, Lotte Trippaers, Sara Roncada, Alessandro Cucchiara, Yasin Kilic, Mustafa Harraq, Erhan Yilmaz, Yilmaz Kurtal, Toon Vandeurzen, Nawal Farih, Cansu Pinarci, Meryame Kitir, Karel Kriekemans, Gaby Colebunders, Tom Arts
Stemmen tegen 15
Ivo Schoonheere, Jos Lantmeeters, Chris Janssens, Marleen Vrancken, Geert Reyskens, Zuhal Demir, Jan Bergmans, Laura Olaerts, Jasper Olaerts, Sabine Hoeven, Chantal Coppens, Stefano Ghiro, Sabrina Cavaliere, Anna Boey, Danny Kerkhofs
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2019_GEM_00395 - Stadsbelastingen - Belasting op woningen, gebouwen en kamers, die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Oudsbergen, Zutendaal) voor de aanslagjaren 2020-2025 - Vaststelling 2019_GEM_00395 - Stadsbelastingen - Belasting op woningen, gebouwen en kamers, die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Oudsbergen, Zutendaal) voor de aanslagjaren 2020-2025 - Vaststelling

Motivering

Argumentatie

In het meerjarenplan 2020-2025 is een beleidsdoelstelling opgenomen m.b.t. het duurzaam, evenwichtig en transparant financieel beleid van stad Genk. In het kader daarvan stelt de stad zich tot doel een evenwichtige basisfinanciering te hanteren via fiscaliteit en algemene fondsen. De stad wenst dit o.m. te realiseren aan de hand van een evenwichtig belasting- en retributiebeleid en kwaliteitsvol beheer van alle lokale belasting- en retributiereglementen. Er wordt een algemene en evenwichtige spreiding van de belastingdruk nagestreefd over al de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente.

De gemeenteraad stelde op 27 april 2017 volgend belastingreglement vast: “Belasting op woningen en gebouwen die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Opglabbeek, Zutendaal) voor de periode 01-06-2017 tot en met 31-12-2019”. Gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de Stad Genk is het aangewezen om dit belastingreglement te continueren.

Vanuit het duurzaamheidsprincipe en het streven om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan, is het wenselijk dat het voor wonen beschikbare patrimonium op het grondgebied van de stad optimaal wordt benut en dat een langdurige leegstand van woningen, gebouwen en kamers wordt voorkomen en bestreden. De Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid.

Het bijhouden van een leegstandsregister conform het Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid is verplicht voor gemeenten die deelnemen aan een gesubsidieerd intergemeentelijk samenwerkingsproject ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, zoals het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’.

Met het belastingreglement op woningen, gebouwen en kamers die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ worden ook onderstaande effecten beoogd:

  • Versneld op de markt brengen van woningen. Het reglement beperkt de frictieleegstand, gaat leegstand omwille van speculatie tegen en is een instrument om woningen te activeren voor de lokale woonmarkt en gebouwen voor de lokale markt voor retail en nijverheid. De koppeling met een actief kernwinkelbeleid is hierin cruciaal.
  • Aanpakken van langdurige leegstand en verkrotting. Langdurige leegstand leidt tot verwaarlozing, met negatieve impact op de leefomgeving en de uitstraling ervan. Deze heffing gaat verloedering tegen en kan een aanzet zijn om oude leegstaande panden te renoveren of vernieuwbouw te initiëren. De opname in de leegstandsinventaris is een rechtsgrond voor het toepassen van het Recht van Voorkoop in functie van sociale woningbouw, en het sociaal beheersrecht.

Daarbij worden volgende principes gehanteerd:

  • De definitie van “gebouw” omvat ook panden in winkelcentra. Deze winkels liggen vaak op 1 kadastraal perceel, waardoor opname niet evident is binnen de gemeentelijke inventaris, gezien voor handelspanden een opname slechts mogelijk indien ze gelegen zijn op een perceel kleiner dan 5 are. Een uitzondering is wel mogelijk, indien het gaat om meerdere eigenaar(s) die verschillende winkels met een apart kadastraal inkomen hebben, dat gelegen is op 1 kadastraal perceel. Deze panden werden niet geïnventariseerd door Ruimte Vlaanderen als leegstaande bedrijfsruimte en kunnen aldus gevat worden onder een gemeentelijk reglement. Dit werd bevestigd na ruggespraak met Ruimte Vlaanderen. Deze panden liggen in het kernwinkelgebied, waardoor zij een beroep kunnen doen op de vrijstellingsmogelijkheden die de stedelijke databank voor handelspanden i.f.v. leegstandsbestrijding aanbiedt.
  • Omwille van de complexe problematiek van leegstand in de retailsector, is een beleid op maat nodig inzake de heffing op gebouwen (o.a. op handelspanden gelegen op een perceel kleiner dan 5 are), met een differentiatie op vlak van netto-vloeroppervlakte en een progressieve stijging van de heffing.
  • Er wordt een brede definitie van “effectief en niet-occasioneel gebruik” gehanteerd, waarbij de bevindingen ter plaatse door de onderzoeker doorslaggevend zijn. De functies moeten bijdragen tot een actief gebruik van het pand, waardoor activering niet mogelijk of niet wenselijk is.
  • Een gebouw, woning of kamer dat/die wordt opgenomen in de inventaris tweede verblijven, wordt geschrapt van het leegstandsregister als leegstaand gebouw, woning of kamer, indien een effectief en niet-occasioneel gebruik als tweede verblijf wordt aangetoond. Zo wordt een dubbele heffing vermeden en krijgen o.a. woningen een duidelijk statuut ofwel als tweede verblijf, ofwel als leegstaande woning. De heffing op leegstand is progressief opgebouwd in de tijd.
  • Een dubbele heffing met de heffing op verwaarlozing blijft mogelijk. Leegstand en verwaarlozing zijn namelijk twee verschillende fenomenen, hoewel er zeker samenhang kan zijn. Deze heffing op verwaarlozing is geschrapt op Vlaams niveau, maar lokale besturen kunnen zelf beslissen om deze heffing in te voeren. Bij een eventuele invoering van een heffing op verwaarlozing op lokaal niveau hoeft voorliggend reglement dan niet aangepast te worden.
  • Een aantal vrijstellingen van inventarisatie en/of heffing zijn voorzien en sluiten aan bij de noden en het beleid van de stad. Enkele verduidelijkingen:
  • Vrijstelling voor panden met opname in de stedelijke databank voor handelspanden i.f.v. leegstandsbestrijding. Zolang de opname loopt, is de vrijstelling van toepassing. Hiermee wordt een stimulans geboden aan handelaars om in dit systeem te stappen, zodat ze vrijgesteld worden van een mogelijke heffing. Dit verhoogt de sterkte en slaagkansen van het activeringsinstrument van de afdeling Economie.
  • Vrijstelling voor handelspanden niet gelegen in een kernwinkelgebied, maar waarvan de herbestemming naar een niet-handelsfunctie vanwege bouwvoorschriften uit een BPA of RUP niet mogelijk zijn. De vrijstelling wordt slechts toegestaan wanneer de eigenaar aantoont voldoende inspanningen geleverd te hebben om het pand te activeren.
  • Vrijstelling voor panden van een lokaal bestuur (OCMW en gemeente). Omwille van het volledig publieke karakter van de doelstellingen van lokale besturen en het feit dat dit patrimonium wordt aangewend voor publieke doeleinden, worden deze gebouwen en woningen onttrokken aan een heffing. Bovendien heeft een heffing in dit geval geen enkel activerend effect, aangezien de heffing ter activering betaald dient te worden door een entiteit die tegelijk belastingplichtige en belastingbegunstigde is.
  • Vrijstelling voor panden, aangewend voor taken zonder commercieel of industrieel karakter, van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) .

Vanaf aanslagjaar 2020 wordt de leegstandsheffing op kamers toegevoegd. In het belastingreglement op leegstand, goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 april 2017, werd de heffing op kamers expliciet uit het reglement gelaten. In 2016 stonden er immers 71 studentenkamers op 270 leeg, zo’n 26,3%. Tot augustus 2014 werd echter nog een subsidie uitgekeerd door de stad voor de realisatie van studentenkamers. Er was dus sprake van een overaanbod op de markt. Het bestuur koos ervoor om deze leegstaande kamers eerst op een andere manier te activeren, dan via een belastingreglement. Eigenaars moesten eerst de kans krijgen om hun leegstaande kamers zelf te herbestemmen. Uit de leegstandscijfers bleek immers dat het vooral ging om oude studentenkamers die door de komst van nieuwe kamers met een hoger comfort uit de markt werden geduwd. Er werd ook afgeraden aan ontwikkelaars om nog nieuwe studentenkamers te bouwen, aangezien de markt verzadigd was. Te veel nieuwe kamers zou immers nog meer leegstand kunnen creëren.

Anno 2020 geldt dit argument niet meer. De subsidie werd al 5 jaar geleden afgebouwd en de dienst wonen contacteerde in 2017 alle eigenaars van leegstaande kamers om te bekijken of ze nog verder gingen met de verhuur. Onder andere door deze acties, was in 2019 de leegstand gedaald naar 28 kamers op 269 kamers, of 11%. Het overaanbod is grotendeels weggewerkt, o.a. door meer promotie en herbestemming. De leegstand van deze kamers is vaker te wijten aan frictieleegstand, of enkele projecten waarvan de eigenaars niet beslissen wat ze er mee willen aanvangen. In dergelijke gevallen is een heffingsreglement wel een effectief beleidsinstrument en moeten kamers opnieuw heffingsplichtig worden gemaakt.

Juridische grond

  • Grondwet, artikels 170 en 173
  • Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
  • Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
  • Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen
  • Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
  • Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid (“Grond- en Pandendecreet”)
  • Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 over het lokaal woonbeleid dat gemeenten met een intergemeentelijke samenwerking rond lokaal woonbeleid oplegt om leegstaande woningen en gebouwen te inventariseren conform artikel 2.2.6 van het Grond- en Pandendecreet
  • Besluit van de gemeenteraad van 19 februari 2009 waarin deze besliste om deel te nemen aan het project lokaal woonbeleid en om het projectvoorstel waarin de opmaak, opbouw beheer en actualisering van het leegstandsregister inbegrepen is door de interlokale vereniging ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ goed te keuren
  • Belastingreglement op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, gemeenteraad van 17 december 2019, incl. latere wijzigingen

Aanleiding en context

Het is budgettair noodzakelijk belastingen te heffen die toelaten de uitgaven van steden en gemeenten in het algemeen te financieren, en aldus de continuïteit van de werking van de stadsdiensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven. Belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor steden en gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie. Om een belasting te kunnen innen, dient er een belastingreglement te worden opgesteld als wettelijke basis.

Regelgeving: bevoegdheid

4028bab653f5f23e0154613e2d4300a3

Regelgeving bevoegdheid

De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet over het lokaal bestuur.
<p>De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet over het lokaal bestuur.</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Het belastingreglement op woningen, gebouwen en kamers, die beschouwd worden als leegstaand in het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Lokaal Woonbeleid GAOZ’ (= Genk, As, Oudsbergen, Zutendaal) voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt door de raad vastgesteld.