De nota als bijlage 1 beschrijft het voorgestelde algemeen kader dat de basis vormt voor het organisatiebeheerssyteem van stad (m.i.v. AGB) en OCMW en in die context de grote lijnen van het meerjarenplan 2019-2025 om te komen tot een gesystematiseerd, beschreven en gedocumenteerd organisatiebeheersingssysteem.
In kader van de opvolging van organisatiebeheersing en cf. het intern Auditcharter van Audio (zie als bijlage 2) richt elk bestuur een auditcomité op. De raad stelt het auditcomité samen. Audio beveelt aan dat het comité voor de helft bestaat uit afgevaardigden van het beleidsniveau.
Cf. het auditcharter zetelen bij voorkeur de burgemeester, de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst en/of de eerste schepen, de algemeen directeur en de financieel directeur in het comité. Een lid kan ook onafhankelijke personen aanduiden om te zetelen in het auditcomité als ze kunnen bijdragen tot de verdere verbetering van het beheer van de organisatie.
Het voorstel is om naast de burgemeester, de algemeen en financieel directeur, de voorzitter van het BCSD (of de eerste schepen) en de vierde schepen aan te duiden als lid van het auditcomité en dit enerzijds omwille van het creëren van draagvlak bij de fractiepartner en anderzijds omwille van de verantwoordelijkheid in de organisatie. Daarnaast wordt ook de stafmedewerker organisatiebeheersing (Karen WIBAIL) voorgesteld als lid van het auditcomité.
het auditcomité heeft als opdracht de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn bij te staan in de uitvoering van de verantwoordelijkheid voor het bevorderen van goed (deugdzaam) bestuur en een adequaat risicobeheer. Dit houdt ondermeer toezicht in op de onafhankelijkheid en prestaties van Audio als ook de opvolging dat de aanbevelingen van de interne audit tot voldoende bijsturing leiden, zodat het organisatiebeheer voldoende sterk wordt uitgebouwd.
Zie nota als bijlage: fasering 2019-2025 (grote lijnen): verdere concretisering in kader van de meerjarenplanning.
Artikel 41, 217 tot en met 220 Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017.
Het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat het stadsbestuur instaat voor het vaststellen van het organisatiebeheersingssysteem. Om systematisch aan organisatiebeheersing te werken, moet de organisatie een algemeen kader vastleggen (zie artikel 41 DLB).
Artikel 217 DLB formuleert de definitie van organisatiebeheersing als een geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen over:
De Raad gaat akkoord met het voorgestelde algemeen kader van organisatiebeheersing 2019-2025.
De Raad gaat akkoord met de samenstelling van het auditcomité met name de burgemeester, de voorzitter van het BCSD (of de eerste schepen), de vierde schepen, de algemeen directeur, de financieel directeur en de stafmedewerker organisatiebeheersing.