2024_IP_00005 - Interpellatie van raadslid Ria Grondelaers: Verkeersplannen

Hoeveel bewoners zijn er in totaal over al de stadsdelen naar de inspraakmomenten geweest?
 Hoeveel inwoners hebben digitaal geparticipeerd?

In totaal hebben een kleine 1.000 bewoners actief deelgenomen aan de participatie-momenten. Daarnaast hebben een 500-tal bewoners actief deelgenomen via het digitaal platform. Dat wil zeggen dat zij zelf minstens één voorstel hebben ingediend dat meegenomen wordt in de analyse per stadsdeel. Er zijn daarnaast ook nog ruim 50 telramen geïnstalleerd verspreid over de verschillende stadsdelen. Telraam is een vorm van participatie waarbij bewoners data verzamelen die van groot nut zijn om analyses voor en na ingrepen te evalueren. Een telraam leert ons veel over het aantal passanten, de snelheid van gemotoriseerde voertuigen en het type passant.

Hoeveel ingrepen zijn al goedgekeurd als proef in de verschillende stadsdelen?

In vijf stadsdelen zijn reeds oplossingen doorgevoerd die passen binnen het kader van de verkeersplannen. Het gaat in totaal om 183 goedgekeurde ingrepen, waarvan grotere ingrepen steeds als proef zijn ingevoerd voor een periode van zes maanden. 

Voor de stadsdelen Genk-Oost, Genk-Centrum en Bret-Gelieren-Kattevennen analyseren we momenteel de input ter voorbereiding van een nota schepencollege. 

Ziehier een overzicht per stadsdeel van het aantal deelnemers en de goedgekeurde ingrepen:

* covid-restricties 

Welke lessen leren jullie hieruit? 

We nodigden over een periode van drie jaren alle Genkenaren per stadsdeel uit om mee na te denken over het verkeer. We zijn best tevreden met de behoorlijke respons.  

Het hele proces vanaf uitnodiging tot en met analyse van de uitgevoerde ingrepen is intensief en vraagt veel tijd en energie van de betrokken diensten. Het is een heuse krachttoer om dit gerealiseerd te krijgen in zo een korte tijdsspanne. Een pluim voor iedereen die hier actief aan meewerkt. 

Een grondige evaluatie van hele traject volgt nog eens ook de laatste stadsdelen afgehandeld zijn, maar bij deze toch al enkele puntjes ter evaluatie. 

We hebben geleerd dat een spreiding van de verschillende stadsdelen over een langere tijdsperiode zal leiden tot meer diepgang in het bestuderen, het verzamelen van data en het analyseren. Ook de vorm van participatie kan versterkt worden door de mogelijkheid om terugkommomenten te organiseren waardoor de betrokkenheid van de bewoner nog vergroot. 

De manier waarop de participatie georganiseerd werd is iets dat we echt wel willen meenemen als positief gegeven. Studiebureau Mint - dat sinds Genk-Oost mee ondersteunt en zeer ervaren in participatie bij mobiliteit - heeft onze manier van werken felicitaties gegeven. Het gaat dan over het werken in kleine groepen en het geven van spreektijd aan iedere participant, het starten van het gesprek door zelfreflectie bij de deelnemers en het schetsen van het kader waarbinnen gewerkt wordt binnen de beleidsdoelstellingen. 

Door deze manier van werken veranderden de getrokken messen aan het begin van de avond meestal in een constructieve mindset in de loop van de gesprekken. Een eventueel wantrouwen ging dikwijls over naar samen nadenken met buren en stadsdiensten en zoeken naar een oplossing in functie van het maatschappelijk belang. 

Het bereiken van bewoners, de samenstelling van de groepen en de representativiteit vormen altijd een heikel punt in participatietrajecten. Zo ook bij de verkeersplannen. We deden er evenwel alles aan om zoveel mogelijk en zo verschillend mogelijke mensen bij elkaar te krijgen. Door de gesprekken, de input op het platform en de data-verzameling bezitten we nu een schat aan informatie. Die gaat de komende jaren zeker zijn nut bewijzen. 

Ook binnen de stadsdiensten zorgde het voor een nieuwe dynamiek. Dienstoverschrijdend werken zorgt voor wederzijds begrip en onze medewerkers geven aan dat het enorm motiverend werkt om samen aan dezelfde koord te trekken. 

En daarmee komen we bij nog een belangrijk leerpunt. Onze diensten zijn zeer ambitieus, en dat moeten ze vooral blijven. Die ambities vertalen naar de wijkbewoner bleek dikwijls een moeilijke opgave, zeker omdat het vaak ook over gedragsveranderingen gaat en het ‘not in my front yard’-gevoele hierbij ook weleens aanwezig is. Om doelen te bereiken is het eerst en vooral nodig om deze goed uit te leggen, het maatschappelijk belang steeds trachten voorop te stellen en uiteindelijk in verschillende tussenstappen te werken naar het uiteindelijk doel. 

En betreft die gedragsverandering, er werden vele zaadjes geplant. Bewoners zijn aangezet om breder na te denken dan voor hun deur. Laat die zaadjes zich maar verspreiden.