Vanaf 1 januari 2023 is Stad Genk ingestapt in het nieuwe pensioenfonds OFP (Organisme voor Financiering van Pensioenen) PROLOCUS voor alle contractuele medewerkers.
Hierdoor dringt er zich een aanpassing op aan het bestaande reglement Plan Limburg (zgn. kloofdichting via Ethias).
Vanaf 1 januari 2023 is Stad Genk ingestapt in het nieuwe pensioenfonds OFP (Organisme voor Financiering van Pensioenen) PROLOCUS voor alle contractuele medewerkers.
De contractuele medewerkers in dienst vóór 1 januari 2023 kregen evenwel de mogelijkheid om te weigeren deel te nemen aan het nieuwe pensioenplan van OFP PROLOCUS en aangesloten te blijven in het huidige Plan Limburg.
De aangeslotenen in dienst op 1 januari 2023 die hun toetreding tot het nieuwe plan geweigerd hebben, blijven aangesloten aan deze gesloten pensioentoezegging, ook voor toekomstige pensioenopbouw. Voor de personeelsleden in dienst op 1 januari 2023 die hun aansluiting aan het nieuwe plan niet geweigerd hebben, geldt het dynamisch beheer van deze pensioentoezegging.
Het bestaande reglement Plan Limburg dient in dit kader aangepast te worden. In bijlage zijn het aangepaste reglement en bijlage opgenomen.
De gemeenteraad gaat akkoord met de wijzigingen aan het reglement Plan Limburg, zoals opgenomen in bijlage.
Het dossier meerjarenplan 2020-2026 AGB Genk - aangepaste versie 2023/2 bevat de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 voor het lopende boekjaar 2023. Vermits er een aantal aanpassingen gevraagd worden voor de kredieten van de boekjaren 2023-2026, die niet via kredietverschuivingen kunnen worden uitgevoerd, dient er een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 te gebeuren. De beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 dienen ook te worden vastgesteld voor aanwending.
Om een maximaal geïntegreerd lokaal beleid te kunnen realiseren, werd er voor stad en OCMW Genk één doelstellingenboom opgesteld.
Ook de rechtspersoon AGB Genk heeft zich ingeschreven in hetzelfde geïntegreerde meerjarenplan en draagt alzo bij aan de realisatie van de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en actieplannen van groep Genk.
De strategische nota legt de focus niet langer op de prioritaire beleidsdoelstellingen, maar ook en vooral op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen. Voor stad, OCMW en AGB Genk werd ervoor gekozen om de informatie in de strategische nota op het niveau van de acties te presenteren en om alle acties als prioritair te beschouwen.
Het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld door de raad van bestuur AGB en goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2019, is tot stand gekomen op basis van de uitgevoerde omgevingsanalyse, het bestuursakkoord en de input van diverse besprekingen, participatietrajecten en adviezen.
Bij deze aanpassing van het meerjarenplan waren alle diensten betrokken, waarbij de ontwerpdocumenten werden besproken in verschillende MT-vergaderingen.
Gezien de financiële nota altijd ten minste drie toekomstige boekjaren dient te beschrijven, dient deze bij de aanpassing meerjarenplan waarin de beginkredieten voor 2024 vastgesteld worden, verlengd te worden t.e.m. (minstens) het boekjaar 2026, en dus de cijfers voor de periode 2020-2026 te bevatten. De strategische nota moet enkel de periode 2020-2025 beschrijven.
Daaruit zijn de voorgestelde deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting voortgevloeid, die samen de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 van AGB Genk uitmaken.
Financieel evenwicht:
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan.
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het beschikbaar budgettair resultaat voor AGB Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
€ -8.916.303 | € -10.247.116 | € -4.955.455 | € 936.676 | € 144.960 | € 104.998 | € 267.791 |
De autofinancieringsmarge voor AGB Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
€ -669.657 | € -378.465 | € -473.410 | € -320.181 | € -733.930 | € 17.824 | € 220.578 |
In deze bedragen zijn volgende aanpassingen opgenomen: de verwerking van het resultaat jaarrekening 2022, de overdracht van de goedgekeurde investerings- en financieringskredieten, de gevraagde aanpassingen op de kredieten voor de eerste en tweede aanpassing meerjarenplan 2020-2026 van het lopende boekjaar 2023.
Daarnaast dienen de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 te worden vastgesteld voor aanwending.
In afwachting van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 is de documentatie bij het meerjarenplan terug te vinden onder deze link.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor AGB Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor AGB Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
Het dossier meerjarenplan 2020-2026 stad en OCMW Genk - aangepaste versie 2023/2 bevat de tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 voor het lopende boekjaar 2023. Vermits er een aantal aanpassingen gevraagd worden voor de kredieten van de boekjaren 2023-2026, die niet via kredietverschuivingen kunnen worden uitgevoerd, dient er een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 te gebeuren. De beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 dienen ook te worden vastgesteld voor aanwending.
De vaststelling en goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan verloopt volgens artikel 249 van het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur dat bepaalt dat:
Om een maximaal geïntegreerd lokaal beleid te kunnen realiseren, werd er voor stad en OCMW Genk één doelstellingenboom opgesteld. Ook het financiële evenwicht wordt beoordeeld voor stad en OCMW Genk samen. Daaruit volgt dat beide entiteiten een gezamenlijk meerjarenplan hebben opgesteld, dat door beide raden dient te worden vastgesteld.
Ook de rechtspersoon AGB Genk heeft zich ingeschreven in hetzelfde geïntegreerde meerjarenplan en draagt alzo bij aan de realisatie van de gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en actieplannen van groep Genk.
De strategische nota legt de focus niet langer op de prioritaire beleidsdoelstellingen, maar ook en vooral op de prioritaire acties of actieplannen die bijdragen aan de realisatie van de prioritaire doelstellingen. Voor stad, OCMW en AGB Genk werd ervoor gekozen om de informatie in de strategische nota op het niveau van de acties te presenteren en om alle acties als prioritair te beschouwen.
Het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn en vastgesteld/goedgekeurd door de gemeenteraad van 17 december 2019, is tot stand gekomen op basis van de uitgevoerde omgevingsanalyse, het bestuursakkoord en de input van diverse besprekingen, participatietrajecten en adviezen.
Bij deze aanpassing van het meerjarenplan waren alle diensten betrokken, waarbij de ontwerpdocumenten werden besproken in verschillende MT-vergaderingen.
Gezien de financiële nota altijd ten minste drie toekomstige boekjaren dient te beschrijven, dient deze bij de aanpassing meerjarenplan waarin de beginkredieten voor 2024 vastgesteld worden, verlengd te worden t.e.m. (minstens) het boekjaar 2026, en dus de cijfers voor de periode 2020-2026 te bevatten. De strategische nota moet enkel de periode 2020-2025 beschrijven.
Daaruit zijn de voorgestelde deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting voortgevloeid, die samen de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 van stad en OCMW Genk uitmaken.
Financieel evenwicht:
Het vroegere jaarlijkse budget is voortaan geïntegreerd in het meerjarenplan.
Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat is het geval als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief;
2. de geraamde autofinancieringsmarge (AFM) voor 2025 is minstens gelijk aan nul.
Het beschikbaar budgettair resultaat voor stad en OCMW Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
€ 4.008.471 | € 8.034.836 | € 14.253.750 | € 12.812.606 | € 205.179 | € 278.395 | € 294.313 |
De autofinancieringsmarge voor stad en OCMW Genk bedraagt:
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
€ 7.766.211 | € -44.987 | € 3.661.812 | € -23.852 | € -12.137.144 | € 497.909 | € 1.515.019 |
In deze bedragen zijn volgende aanpassingen opgenomen: de verwerking van het resultaat jaarrekening 2022, de overdracht van de goedgekeurde investerings- en financieringskredieten, de gevraagde aanpassingen op de kredieten voor de eerste en tweede aanpassing meerjarenplan 2020-2026 van het lopende boekjaar 2023.
Daarnaast dienen de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 te worden vastgesteld voor aanwending.
In afwachting van de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 is de documentatie bij het meerjarenplan terug te vinden onder deze link.
De gemeenteraad gaat akkoord met de vaststelling van het deel STAD van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor stad en OCMW Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de vaststelling van de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 van het deel STAD van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor stad en OCMW, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor stad en OCMW Genk, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
De gemeenteraad gaat akkoord met de goedkeuring van de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 van het deel OCMW van het meerjarenplan 2020-2026 - aangepaste versie 2023/2 voor stad en OCMW, bestaande uit de deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting.
Na de vaststelling van de aanpassing meerjarenplan dient er bij wijzigingen een aangepaste lijst met nominatieve subsidies te worden goedgekeurd, samen met de subsidievoorwaarden inzake de nominatieve subsidies.
Naast de lijst nominatieve subsidies van het lopende boekjaar 2023, dient er na de vaststelling van de beginkredieten van het volgende boekjaar 2024 ook een lijst met nominatieve subsidies voor boekjaar 2024 te worden goedgekeurd.
Het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld door de Raad van Maatschappelijk Welzijn en vastgesteld/goedgekeurd door de Gemeenteraad van 17 december 2019, is tot stand gekomen op basis van de uitgevoerde omgevingsanalyse, het bestuursakkoord en de input van diverse besprekingen, participatietrajecten en adviezen.
Bij de aanpassing van het meerjarenplan waren alle diensten betrokken, waarbij de ontwerpdocumenten werden besproken in verschillende MT-vergaderingen.
Gezien de financiële nota altijd ten minste drie toekomstige boekjaren dient te beschrijven, dient deze bij de aanpassing meerjarenplan waarin de beginkredieten voor 2024 vastgesteld worden, verlengd te worden t.e.m. (minstens) het boekjaar 2026, en dus de cijfers voor de periode 2020-2026 te bevatten. De strategische nota moet enkel de periode 2020-2025 beschrijven.
Daaruit zijn de voorgestelde deelrapporten strategische nota, financiële nota en toelichting voortgevloeid, die samen de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 van stad en OCMW Genk uitmaken.
Door bij de opmaak van een nieuw meerjarenplan 2020-2025 en na elke aanpassing van het meerjarenplan een afzonderlijke lijst van nominatieve subsidies te laten goedkeuren door de gemeenteraad, wordt er autorisatie verleend aan het college van burgemeester en schepenen om deze subsidies in de loop van het jaar ten uitvoer te brengen. Investeringssubsidies kunnen na goedkeuring van overdracht door het college van burgemeester en schepenen ook in een volgend boekjaar worden aangewend.
Door na de vaststelling van de beginkredieten van het volgende boekjaar, een afzonderlijke lijst van nominatieve subsidies te laten goedkeuren door de gemeenteraad, wordt er autorisatie verleend aan het college van burgemeester en schepenen om deze subsidies in de loop van het volgende boekjaar ten uitvoer te brengen.
Een toekenning van een nominatieve subsidie gebeurt onder volgende voorwaarden en bepalingen:
De aanvaarding van de nominatieve subsidie door de gesubsidieerde impliceert de aanvaarding van bovenstaande subsidievoorwaarden en -bepalingen.
Het is mogelijk dat voor een nominatieve subsidie specifieke en/of bijkomende subsidievoorwaarden en -bepalingen gelden. In voorkomend geval zullen deze geformaliseerd worden in een overeenkomst tussen stad Genk en de gesubsidieerde. Deze overeenkomst wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad.
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde lijst met nominatieve subsidies voor het boekjaar 2023, passend binnen de kredieten 2023 van het meerjarenplan 2020-2026, goed.
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde lijst met nominatieve subsidies voor het boekjaar 2024, passend binnen de kredieten 2024 van het meerjarenplan 2020-2026, goed.
De gemeenteraad gaat akkoord met de subsidievoorwaarden en -bepalingen opgenomen in de considerans van onderhavig besluit.
Het is budgettair noodzakelijk belastingen te heffen die toelaten de uitgaven van gemeenten in het algemeen te financieren, en aldus de continuïteit van de werking van de stadsdiensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven. Belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie. Om een belasting te kunnen innen, dient er een belastingreglement te worden opgesteld als wettelijke basis.
Gelet op volgende beslissingen van de gemeenteraad inzake de belastingreglementen voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en de diverse tarievenreglementen van LIMBURG.NET:
Gelet op het schrijven van LIMBURG.NET van 15 november 2023 waarin LIMBURG.NET aangeeft geen wijzigingen te voorzien in de reglementen, en gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de stad Genk, is het aangewezen om het belastingreglement voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen ongewijzigd te verlengen tot en met aanslagjaar 2025.
De verlenging van het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen treedt in werking vanaf 1 januari 2024.Met het oog op de verlenging, tot en met aanslagjaar 2025, van het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, worden volgende wijzigingen in het reglement aangebracht:
De verlenging van het belastingreglement gaat in vanaf 1 januari 2024.
De gemeenteraad neemt kennis van de gecoördineerde versie van het belastingreglement betreffende het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor de aanslagjaren 2022-2025.
Via retributies kunnen bepaalde kosten gerecupereerd worden van diegenen die voordelen halen uit een dienst die door de stad wordt geleverd.
De gemeenteraad stelde op 17 december 2019 volgend retributiereglement vast: “Retributiereglement voor administratieve dienstverlening met ingang van 1 januari 2020”, gewijzigd door gemeenteraad dd. 21 december 2021, met ingang van 1 januari 2022.
In dit retributiereglement zijn in artikel 10 en 12 §4 bepalingen voorzien betreffende de administratieve gegevens handelend over onroerende goederen en leefmilieu. Ingevolge de geplande ingebruikname van het Vastgoedinformatieplatform (VIP) door stad Genk vanaf 8 januari 2024 dienen deze artikelen aangevuld te worden met bijzondere bepalingen inzake de retributie en de betalingsmodaliteiten voor aanvragen tot het verkrijgen van het product ‘vastgoedinlichtingen’ via het VIP.
Het verzamelen en ontsluiten, via het VIP, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product op verzoek van aanvragers brengt een administratieve last en bijhorende kosten (waaronder software- en personeelskosten) met zich mee voor stad Genk. Voor de verstrekking van deze vastgoedinlichtingen is het aangewezen, gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de stad Genk en in lijn met de reeds bestaande retributie voor vastgoedinformatie incl. stedenbouwkundig uittreksel, een billijke vergoeding aan te rekenen aan de aanvrager om de kostprijs (gedeeltelijk) te recupereren (ook ‘gemeentelijke bronretributie’ genoemd).
Voor het gebruik van het VIP wordt een decreet tot stand gebracht. Vanaf de inwerkingtreding van het Decreet over het Vastgoedinformatieplatform (‘VIP-decreet’) wordt door de Vlaamse overheid een ‘platformretributie’ aangerekend aan de aanvrager, bovenop de gemeentelijke bronretributie. Ook de inning van de gemeentelijke bronretributie gebeurt door de Vlaamse overheid (in concreto het Vlaams Datanutsbedrijf ‘athumi’) in naam en voor rekening van stad Genk; de gemeentelijke bronretributie wordt periodiek integraal doorgestort aan de stad voor alle aangevraagde producten. Het VIP-decreet voorziet eveneens in een lijst van organisaties die worden vrijgesteld van de platform- én de gemeentelijke bronretributie; deze vrijstellingen zullen ook door/voor stad Genk toegepast worden.
Omdat stad Genk, naast de producten ‘vastgoedinlichtingen’ via het VIP, ook nog steeds de dienstverlening inzake het verstrekken van een vaststellingsverslag door een beëdigd landmeter voorziet, wordt de retributie voor deze dienst voor de duidelijkheid opgenomen in een apart artikel. Dit vaststellingsverslag bevat geen product ‘vastgoedinlichtingen’, gezien dit afzonderlijk aan te vragen is via het VIP.
Tot slot wordt artikel 3 met betrekking tot het afleveren van identiteits- en verblijfsdocumenten, paspoorten en rijbewijzen aangevuld met een retributie voor de elektronische identiteitskaart/het identiteitsbewijs voor niet-Belgische kinderen minder dan 12 jaar: gelet op het schrijven van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie Vreemdelingenzaken dd. 6 november 2023 zal het identiteitsbewijs voor niet-Belgische kinderen vervangen worden door een elektronische kaart zoals de Kids-ID. Overeenkomstig wordt in het retributiereglement een retributie voor de elektronische identiteitskaart voor niet-Belgische kinderen minder dan 12 jaar opgenomen.
De wijzigingen van het retributiereglement voor administratief dienstverlening gaan in vanaf 1 januari 2024, waarbij volgende overwegingen van toepassing zijn:
Het retributiereglement voor administratieve dienstverlening wordt gewijzigd als volgt:
“Artikel 10bis - Product ‘vastgoedinlichtingen’ via het Vastgoedinformatieplatform
§ 1. De retributie bedraagt € 100,00 per, via het Vastgoedinformatieplatform, aangevraagd product ‘vastgoedinlichtingen’.
§ 2. Bij de aanvraag van het product ‘vastgoedinlichtingen’ via het VIP bevestigt de aanvrager uitdrukkelijk het stadsbestuur van Genk te ontheffen van enige verantwoordelijkheid aangaande de volledigheid van de verschafte vastgoedinformatie.
Artikel 10ter - Vaststellingsverslag door een beëdigd landmeter
§ 1. De retributie bedraagt € 400,00 per vaststellingsverslag, opgemaakt door een beëdigd landmeter (exclusief het product ‘vastgoedinlichtingen’).
§ 2. Indien een vaststellingsverslag wordt aangevraagd omtrent meerdere percelen, die alle (mede-)eigendom zijn van dezelfde personen en die de facto deel uitmaken (bijvoorbeeld als tuin) van een groter geheel waarvan de hoofdzaak wordt gevormd door een woongelegenheid, wordt dit beschouwd als één vaststellingsverslag.
§ 3. Het afleveren van een vaststellingsverslag opgemaakt door een beëdigd landmeter is enkel mogelijk bij individuele woningen (al dan niet gecombineerd met een nevenbestemming van maximum 250 m², andere dan industrie en niet onderhevig aan de VLAREM-wetgeving (met uitzondering van inrichtingen voor huishoudelijke activiteiten)), appartementen of een woongebouw met maximum 4 wooneenheden”;
De gemeenteraad keurt de gecoördineerde versie van het retributiereglement voor administratieve dienstverlening goed.
Deze wijzigingen gaan in vanaf 1 januari 2024.
Via retributies kunnen bepaalde kosten gerecupereerd worden. Op 15 december 2020 stelde de gemeenteraad volgend retributiereglement vast: “Retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen met ingang van 1 januari 2021.”
Niet alleen naar aanleiding van de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen, maar ook ingevolge bestuurlijke inbeslagnames van (recipiënten van) schadelijke roesmiddelen zoals lachgas, en bestuurlijke maatregelen ter beteugeling van de verstoring door dieren van de openbare rust, openbare veiligheid of vlotte doorgang, worden door stad Genk diverse kosten gemaakt. Voor deze kosten is het aangewezen, gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de Stad Genk, en het feit dat het weinig billijk is om alle burgers hiervoor te laten ‘opdraaien’, een retributie aan te rekenen aan de overtreder, ter vergoeding van deze kosten.
Het retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen dient bijgevolg uitgebreid te worden naar een algemener retributiereglement ‘in het kader van de bestuurlijke handhaving’, waarin retributies worden opgenomen voor zowel de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen, als de bestuurlijke inbeslagname en vernietiging van (recipiënten van) schadelijke roesmiddelen, en de diverse kosten in het kader van hogergenoemde bestuurlijke maatregelen inzake dieren, op het grondgebied van de stad Genk.Via voorliggende wijziging worden bijkomend volgende retributies voorzien:
Deze wijzigingen gaan in vanaf 1 januari 2024.
Het retributiereglement wordt als volgt gewijzigd:
“HOOFDSTUK 3: RETRIBUTIE VOOR DE BESTUURLIJKE INBESLAGNAME EN VERNIETIGING VAN SCHADELIJKE ROESMIDDELEN
Artikel 6
§ 1. De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon van wie het bestuurlijk verslag aangeeft dat deze in het bezit was van het (de) aangetroffen (recipiënt(en) van) schadelijke roesmiddel(en).
§ 2. Indien doorheen de bestuurlijke procedure duidelijk blijkt dat het (de) aangetroffen (recipiënt(en) van) schadelijke roesmiddel(en) eigendom zijn van een andere natuurlijke persoon, is de retributie verschuldigd door deze persoon.
Artikel 7 - De retributie bestaat uit een administratieve toeslag van € 50,00, te vermeerderen met € 25,00 per aangetroffen recipiënt.
Artikel 8 - De retributie moet betaald worden binnen de vastgestelde termijn voorzien voor het betalen van de toegezonden factuur.
HOOFDSTUK 4: RETRIBUTIE VOOR DE DIVERSE KOSTEN IN HET KADER VAN BESTUURLIJKE MAATREGELEN INZAKE DIEREN
Artikel 9 - De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor het (de) dier(en) waarop de bestuurlijke maatregel(en) van toepassing is (zijn).
Artikel 10 - De retributie bestaat uit een administratieve toeslag van € 50,00, te vermeerderen met de werkelijke kosten gemaakt naar aanleiding van de bestuurlijke maatregel(en).
Artikel 11 - De retributie moet betaald worden binnen de vastgestelde termijn voorzien voor het betalen van de toegezonden factuur.
HOOFDSTUK 5: SLOTBEPALING
De raad keurt de gecoördineerde versie van het retributiereglement in het kader van de bestuurlijke handhaving goed.
Deze wijzigingen gaan in vanaf 1 januari 2024.
Geert Swartenbroekx zal niet deelnemen aan de beraadslaging en stemming op basis van art. 27 DLB.
In zijn vergadering van 13 november 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-JOZEF WERKMAN, Hoevenzavel, de budgetwijziging van dienstjaar 2023 vastgesteld.
In 2013 werden de glasramen aan de linkerzijde (fase 1) van het kerkgebouw vernieuwd en voorzien van veiligheidsglas, daar er door vandalisme geregeld kerkramen werden vernield.
De kerkfabriek wilde in 2022 de overige 6 ramen (fase 2) vervangen en voorzien van veiligheidsglas, omdat er enkele van de ramen, die op de binnentuin uitgeven, regelmatig sneuvelen. Door omstandigheden zijn de werken niet doorgegaan, maar werden verschoven naar 2023. De werken worden geraamd op € 6.047,58 en worden gefinancierd met een renteloze lening.
De vervanging van het vast tapijt (€ 5.101,84), die door corona niet werd uitgevoerd in 2020, zal in 2023 plaats vinden. Hiervoor zal het openstaand saldo van een doorgeeflening van 2018, die was aangegaan voor de herstelling van het dak, gebruikt worden.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De raad keurt de budgetwijziging van dienstjaar 2023 van kerkfabriek ST.-JOZEF WERKMAN, Hoevenzavel, goed.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
Geert Swartenbroekx zal niet deelnemen aan de beraadslaging en stemming op basis van art. 27 DLB.
In zijn vergadering van 13 november 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-JOZEF WERKMAN, Hoevenzavel, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -35.246,73 | € -35.246,73 |
K | Overschot/Tekort Expl. N-2 | € 0,00 | € 5.214,97 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -35.246,73 | € -30.031,76 |
M | Exploitatietoelage | € 35.246,73 | € 30.031,76 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 30.031,76 en ligt lager dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 5.214,97 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
X | Investering eigen dienstjaar | € -21,79 |
Y | Overschot/Tekort Invest N-2 | € 21,79 |
Y' | Overschot/Tekort budgetwijziging N-1 | € 0,00 |
Z | Overschot/Tekort Investeringen | € 0,00 |
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Om het budget in de investeringen sluitend te maken werd het investeringsoverschot van de rekening van 2022 weggewerkt door een investeringsuitgave van € 21,79 in te schrijven op mar 436 Investeringsbeleggingen.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De raad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek ST.-JOZEF WERKMAN, Hoevenzavel.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
Anniek Nagels zal niet deelnemen aan de beraadslaging en stemming op basis van art. 27 DLB.
In zijn vergadering van 28 augustus 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-JAN BAPTIST DE LA SALLE, Boxbergheide, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 19.478,77.
De eventuele aankoop van een elektrisch orgel voor in de weekkapel t.b.v. € 15.000,00 en de grote onderhoudsherstellingen in 2024 t.b.v. € 25.000,00 zullen worden gefinancierd met het investeringsoverschot van de rekening van 2022.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -27.857,09 | € -29.807,10 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 10.328,33 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -27.857,09 | € -19.478,77 |
M | Exploitatietoelage | € 27.857,09 | € 19.478,77 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 19.478,77 en ligt lager dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 10.328,33 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Investeringen | Budget 2024 | |
X | Investering eigen dienstjaar | € -124.199,88 |
Y | Overschot/Tekort invest. N-2 | € 124.199,88 |
Y' | Overschot/Tekort budgetwijziging N-1 | € 0,00 |
Z | Overschot/Tekort investeringen | € 0,00 |
De uitbetaling van de laatste schijf van de gewesttoelage t.b.v. € 20.449,33 i.v.m. de dakrenovatie wordt in 2024 verwacht en ingeschreven.
Er werd een budget van € 15.000,00 voorzien in 2024 voor de eventuele aankoop van een elektrisch orgel voor in de weekkapel, als deze meer gebruikt gaat worden voor de vieringen. Er dienen enkele grote onderhoudsherstellingen uitgevoerd te worden, hiervoor wordt er in 2024 een budget van € 25.000,00 voorzien.
De bovenvermelde uitgaven zullen worden gefinancierd met het investeringsoverschot van de rekening van 2022, zijnde het saldo van de verkoopopbrengst van de vroegere kapelanij.
De rest van het investeringsoverschot, nl. € 104.649,21, werd op mar 436 Investeringsbeleggingen ingeschreven, zodat het budget in de investeringen sluitend is.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
Anniek Nagels neemt niet deel aan de beraadslaging o.w.v. artikel 27 DLB.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek ST.-JAN BAPTIST DE LA SALLE, Boxbergheide.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
Annita Laporte zal niet deelnemen aan de beraadslaging en stemming op basis van art. 27 DLB.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 50.017,93 en ligt hoger dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (€ 40.929,59), waardoor het meerjarenplan opnieuw dient aangepast te worden.
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Budget 2024
1.Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -40.929,59 | € -49.719,39 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € -298,54 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -40.929,59 | € -50.017,93 |
M | Exploitatietoelage | € 40.929,59 | € 50.017,93 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 50.017,93 en ligt hoger dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (€ 40.929,59), waardoor het meerjarenplan opnieuw dient aangepast te worden.
De K-waarde is negatief en bedraagt € -298,54 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
De toename van de exploitatietoelage is het gevolg van de hoge energiekosten.
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Wijziging nr. 3 meerjarenplan 2020-2025
De hoge energiekosten maken dat de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 (€ 40.929,59), onvoldoende is en dient verhoogd te worden met € 9.088,34, nl. van € 40.929,59 naar € 50.017,93.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad keurt het budget van dienstjaar 2024 en wijziging nr. 3 van het meerjarenplan 2020-2025 van kerkfabriek O.L.V. VAN DE ROZENKRANS, Termien goed.
De dossiers zullen voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 14 september 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-JOZEF, Sledderlo, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -77.605,43 | € -80.905,74 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 3.300,31 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -77.605,43 | € -77.605,43 |
M | Exploitatietoelage | € 77.605,43 | € 77.605,43 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 77.605,43 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025. De K-waarde bedraagt € 3.300,31 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De raad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek ST.-JOZEF, Sledderlo.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 20 september 2023 heeft de bestuursraad van de protestantse JOHANNESKERK de budgetwijziging van dienstjaar 2023 en wijziging nr. 2 van het meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld.
Het budget van 2023 wordt gewijzigd omwille van de gestegen energiekosten, met als gevolg dat ook het meerjarenplan dient aangepast te worden.
Budgetwijziging 2023
De gestegen energiekosten dwingen de kerkfabriek om in 2023 een verhoging aan te vragen van de exploitatietoelage met € 1.051,00, nl. van € 10.254,15 naar € 11.305,15, waardoor de exploitatietoelage van 2023 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 wordt overschreden en deze dan ook opnieuw dient aangepast te worden.
Exploitatie | Mjp 2023 | B2023 | Wijziging | Nieuw B2023 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -10.254,15 | € -9.872,00 | € -1.051,00 | € -10.923,00 |
K | Overschot/Tekort Expl. N-2 | € 0,00 | € -382,15 | € 0,00 | € -382,15 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -10.254,15 | € -10.254,15 | € -1.051,00 | € -11.305,15 |
M | Exploitatietoelage | € 10.254,15 | € 10.254,15 | € 1.051,00 | € 11.305,15 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
Er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de investeringen.
Wijziging nr. 2 meerjarenplan 2020-2025
Het meerjarenplan dient gewijzigd te worden omdat in:
-2023 de gestegen energiekosten voor een toename van de exploitatietoelage zorgen van € 10.254,15 naar € 11.305,15;
-2024 om het exploitatietekort van voorgaande jaren op te vangen, de exploitatietoelage van 2024 moet worden verhoogd van € 10.650,00 naar € 12.140,17.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De raad keurt de budgetwijziging van dienstjaar 2023 en wijziging nr. 2 van het meerjarenplan 2020-2025 van de protestantse JOHANNESKERK goed.
De dossiers zullen voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 20 september 2023 heeft de bestuursraad van de protestantse Johanneskerk het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -10.650,00 | € -10.344,00 |
K | Overschot/Tekort Expl. N-2 | € 0,00 | € -1.796,17 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -10.650,00 | € -12.140,17 |
M | Exploitatietoelage | € 10.650,00 | € 12.140,17 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 12.140,17 en ligt hoger dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025, zijnde € 10.650,00. De oorzaak ligt bij het exploitatietekort van € 1.796,17 (K-waarde), dat het verschil is tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023. Om dit tekort op te vangen werd de exploitatietoelage 2024 van het meerjarenplan verhoogd van € 10.650,00 naar € 12.140,17. De meerjarenplanwijziging werd samen met de budgetwijziging van 2023 ingediend.
Investeringen
Investeringen | Budget 2024 | |
X | Investering eigen dienstjaar | € -24.959,10 |
Y | Overschot/Tekort Invest N-2 | € 24.959,10 |
Y' | Overschot/Tekort budgetwijziging N-1 | € 0,00 |
Z | Overschot/Tekort Investeringen | € 0,00 |
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024. Om het budget sluitend te maken in de investeringen, werd het investeringsoverschot van de rekening van 2022 ingeschreven op mar 436 Investeringsbeleggingen.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad keurt het budget van dienstjaar 2024 van de protestantse Johanneskerk goed.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 31 augustus 2023 heeft de kerkraad van kerkfabriek MARIA MOEDER VAN DE KERK, Kolderbos-Langerlo, de budgetwijziging van dienstjaar 2023 vastgesteld.
Wijzigingen in de exploitatie doen de exploitatietoelage van het budget 2023 stijgen met € 4.866,97, nl. van € 21.209,64 tot € 26.076,61. Er werd met het investeringsoverschot een tweedehands elektrische piano aangekocht t.b.v. € 1.000,00.
Exploitatie
Op basis van de rekening 2022 en de tussentijdse rekening 2023 worden bepaalde ontvangsten en uitgaven verhoogd. De exploitatieontvangsten worden in totaal met € 1.300,00 verhoogd en de exploitatie-uitgaven, hoofdzakelijk de nutsvoorzieningen en de vergoedingen aan vrijwilligers (koster, organist, poetsvrouw,…), in totaal met € 6.166,97. Dit maakt dat de exploitatietoelage van het budget 2023 stijgt met € 4.866,97, nl. van € 21.209,64 naar € 26.076,61 en zo op gelijke hoogte komt met de exploitatietoelage van 2024 van het meerjarenplan 2020-2025:
Exploitatie | Meerjarenplan 2023 | Budget 2023 | Wijziging | Nieuw B2023 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -26.076,61 | € -31.673,31 | € -4.866,97 | € -36.540,28 |
K | Overschot/Tekort Expl n-2 | € 0,00 | € 10.463,67 | € 0,00 | € 10.463,67 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -26.076,61 | € -21.209,64 | € -4.866,97 | € -26.076,61 |
M | Exploitatietoelage | € 26.076,61 | € 21.209,64 | € 4.866,97 | € 26.076,61 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
Investeringen
De in 2022 vervallen, maar niet herbelegde stichtingsgelden t.b.v. € 4.179,00 werden in 2023 herbelegd, samen met de in 2023 vervallen belegging van stichtingsgelden van € 2.479,00.
Er werd met het investeringsoverschot van de rekening van 2021, zijnde de verkoopopbrengst van zaal de Kastert, een tweedehands elektrische piano aangekocht t.b.v. € 1.000,00.
Het saldo van het investeringsoverschot van de rekening van 2021 (€ 201.682,01) werd geboekt op mar 436 Investeringsbeleggingen zodat het budget ook in de investeringen sluitend zou zijn.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van dienstjaar 2023 van kerkfabriek MARIA MOEDER VAN DE KERK, Kolderbos-Langerlo, goed.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 31 augustus 2023 heeft de raad van kerkfabriek MARIA MOEDER VAN DE KERK, Kolderbos-Langerlo, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 26.082,94. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -26.082,94 | € -15.003,06 |
K | Overschot/Tekort Expl n-2 | € 0,00 | € -11.079,88 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -26.082,94 | € -26.082,94 |
M | Exploitatietoelage | € 26.082,94 | € 26.082,94 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 26.082,94 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde is negatief en bedraagt € -11.079,88 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Het investeringsoverschot van de rekening van 2022, nl. € 213.519,01, werd via een boeking op Mar 436 Investeringsbeleggingen weggewerkt zodat het budget ook in de investeringen sluitend is.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek MARIA MOEDER VAN DE KERK, Kolderbos-Langerlo.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 1 augustus 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-EVENTIUS, Winterslag, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 29.028,43. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -29.028,43 | € -28.429,61 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € -598,82 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -29.028,43 | € -29.028,43 |
M | Exploitatietoelage | € 29.028,43 | € 29.028,43 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 29.028,43 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde is negatief en bedraagt € -598,82 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek ST.-EVENTIUS, Winterslag.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 2 oktober 2023 heeft de bestuursraad van de Evangelische Gemeente Paulus het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
Op 5 oktober 2023 verleende de Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst (ARPEE) gunstig advies over het budget van dienstjaar 2024 van de Evangelische Gemeente Paulus.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € 0,00 | € -333,46 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 333,46 |
L | Exploitatie vóór toelage | € 0,00 | € 0,00 |
M | Exploitatietoelage | € 0,00 | € 0,00 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De Evangelische Gemeente Paulus heeft voor het meerjarenplan 2020-2025 een financiële afspraak gemaakt met de vzw Vrije Evangelische Gemeente Paulus, waarbij de vzw zich ertoe verbindt om de exploitatietekorten van de kerkgemeente op te vangen, waardoor er geen tussenkomst van de stad vereist is in de exploitatie voor het dienstjaar 2024.
De K-waarde bedraagt € 333,46 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van de Evangelische Gemeente Paulus.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 10 juli 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-MARTINUS, Genk-Centrum, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 261.748,03. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
H | Exploitatie voor overboekingen | € -272.346,46 | |
I | Overboekingen | € -6.990,00 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -261.748,03 | € -279.336,46 |
K | Overschot/Tekort Expl. N-2 | € 0,00 | € 17.588,43 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -261.748,03 | € -261.748,03 |
M | Exploitatietoelage | € 261.748,03 | € 261.748,03 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 261.748,03 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 17.588,43 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Omdat beleggingen van privaat patrimonium- en stichtingsgelden niets meer opbrengen, kocht de kerkfabriek in 2023 een derde appartement aan, met de bedoeling dat de huuropbrengsten de jaarlijkse exploitatietoelage zou doen dalen. Om het hoofd te bieden aan toekomstige herstellingen aan de gebouwen, reserveert de kerkfabriek, met goedkeuring van de stad, sinds 2021 jaarlijks ¼ van de huurinkomsten. Voor 2024 wordt er € 6.990,00 gereserveerd, via mar 29 Overboekingen naar investeringen, mar 39 Overboekingen uit exploitatie en mar 436 Investeringsbeleggingen privaat patrimonium.
Investeringen
Investeringen | Budget 2024 | |
T | Investering zonder financiering | € -6.990,00 |
U | Financiering | € 0,00 |
V | Investering voor overboeking | € -6.990,00 |
W | Overboeking uit exploitatie | € 6.990,00 |
X | Investering eigen dienstjaar | € 0,00 |
Y | Overschot/Tekort Invest N-2 | € 275.678,54 |
Y' | Overschot/Tekort budgetwijziging N-1 | € -275.678,54 |
Z | Overschot/Tekort Investeringen | € 0,00 |
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek ST.-MARTINUS, Genk-Centrum.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 26 juni 2023 heeft de raad van kerkfabriek O.L.V. TENHEMELOPNEMING, Oud-Waterschei, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 27.488,56. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -27.488,56 | € -31.912,89 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 4.424,33 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -27.488,56 | € -27.488,56 |
M | Exploitatietoelage | € 27.488,56 | € 27.488,56 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 27.488,56 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 4.424,33 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek O.L.V. TENHEMELOPNEMING, Oud-Waterschei.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 27 september 2023 heeft de raad van kerkfabriek O.L.V. VAN FATIMA, Bret-Gelieren, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 30.160,56. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -30.160,56 | € -31.425,09 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 1.264,53 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -30.160,56 | € -30.160,56 |
M | Exploitatietoelage | € 30.160,56 | € 30.160,56 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 30.160,56 en komt overeen met de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 1.264,53 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek O.L.V. VAN FATIMA, Bret-Gelieren.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 31 juli 2023 heeft de raad van kerkfabriek MARIA GORETTI, Bokrijk, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 3.789,32. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -5.822,33 | € -5.258,33 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 1.469,01 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -5.822,33 | € -3.789,32 |
M | Exploitatietoelage | € 5.822,33 | € 3.789,32 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 3.789,32 en ligt lager dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 1.469,01 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek MARIA GORETTI, Bokrijk.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 1 augustus 2023 heeft de raad van kerkfabriek HEILIG HART, Winterslag het budget van dienstjaar 2024 vastgesteld.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 106.386,57. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
1. Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -114.132,42 | € -114.132,42 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 7.745,85 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -114.132,42 | € -106.386,57 |
M | Exploitatietoelage | € 114.132,42 | € 106.386,57 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 106.386,57 en ligt lager dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025. De K-waarde bedraagt € 7.745,85 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
2. Investeringen
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek HEILIG HART, Winterslag.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 14 november 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-ALBERTUS, Zwartberg, de budgetwijziging van dienstjaar 2023 vastgesteld.
Het budget van 2023 wordt gewijzigd omwille van de gestegen energiekosten, met als gevolg dat de exploitatietoelage toeneemt met € 45.197,34.
Het saldo van de lening voor de dringende instandhoudingswerken aan de toren wordt in 2023 gebruikt om de erelonen van fase 2 van het restauratiedossier, de noodzakelijke aanpassingen aan de stookinstallatie en een gedeelte van de werken i.v.m. de brandveiligheid te financieren.
Exploitatie
De gestegen gasprijzen en een hoog gasverbruik in 2022 zorgen voor een hogere afrekening en voorschotfacturen in 2023, waardoor de kerkraad genoodzaakt is om voor 2023 een verhoging aan te vragen van de exploitatietoelage van € 45.197,34. De verhoging wordt doorgetrokken naar 2024 van het meerjarenplan 2020-2025, dat ook wordt gewijzigd (zie budget 2024).
Exploitatie | Meerjarenplan 2023 | Budget 2023 | Wijziging | Nieuw budget 2023 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -104.443,78 | € -104.442,71 | € -45.197,34 | € -149.640,05 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 24.875,24 | € 0,00 | € 24.875,24 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -104.443,78 | € -79.567,47 | € -45.197,34 | € -124.764,81 |
M | Exploitatietoelage | € 104.443,78 | € 79.567,47 | € 45.197,34 | € 124.764,81 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 | € 0,00 |
Investeringen
In 2023 werd er een inspectie door Monumentenwacht en een nazicht door de brandweer uitgevoerd. Volgens de inspectieverslagen dienen er een aantal noodzakelijke aanpassingen aan de stookinstallatie en werken i.v.m. de brandveiligheid te gebeuren. Een gedeelte van de werken kan in de exploitatie met het saldo van het onderhoudsbudget worden gefinancierd en het ander deel kan worden gefinancierd
met het investeringsoverschot van € 19.697,84, zijnde het saldo van de lening, die was voorbehouden voor de dringende instandhoudingswerken aan de toren, maar die door de onvoorziene meerwerken aan de verwarming voor meer dan de helft is opgebruikt. Met het investeringsoverschot werd ook de ereloonnota t.b.v. € 1.831,38 m.b.t. fase 2 (gevelrestauratie en glasramen) van het groot restauratiedossier betaald.
Investeringen | Budget 2023 | |
V | Investeringen voor overboekingen | € -21.529,22 |
W | Overboekingen | € 0,00 |
X | Investeringen eigen fin. boekjaar | € -21.529,22 |
Y | Overschot investeringen n-2 | € 0,00 |
Y' | Overschot budgetwijziging n-1 | € 21.529,22 |
Z | Overschot investeringen | € 0,00 |
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van dienstjaar 2023 van kerkfabriek ST.-ALBERTUS, Zwartberg goed.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 14 november 2023 heeft de raad van kerkfabriek ST.-ALBERTUS, Zwartberg, het budget van dienstjaar 2024 en wijziging nr. 3 van het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 125.947,79 en ligt hoger dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025, waardoor het meerjarenplan opnieuw dient aangepast te worden.
Naast de gevelrestauratie (perceel 1 van Fase 2), die reeds voorzien was in 2024 van het meerjarenplan, worden er een aantal werken i.v.m. de brandveiligheid voorzien, waarvoor een nieuwe renteloze lening van € 70.000,00 werd ingeschreven.
Budget 2024
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -106.031,72 | € -132.835,49 |
K | Overschot/Tekort Expl-2 | € 0,00 | € 6.887,70 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -106.031,72 | € -125.947,79 |
M | Exploitatietoelage | € 106.031,72 | € 125.947,79 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 125.947,79 en ligt hoger dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025, waardoor het meerjarenplan opnieuw dient aangepast te worden.
De K-waarde bedraagt € 6.887,70 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
De toename van de exploitatietoelage is het gevolg van de hoge energievoorschotten en de niet voorziene, maar noodzakelijke onderhoudswerken.
Investeringen
Zoals in het meerjarenplan was voorzien, zal in 2024 perceel 1 van fase 2 van het groot restauratiedossier, nl. de gevelrestauratie, worden uitgevoerd.
In 2023 werd er een inspectie door Monumentenwacht en een nazicht door de brandweer uitgevoerd. Volgens de inspectieverslagen dienen er een aantal noodzakelijke aanpassingen aan de stookinstallatie en werken i.v.m. de brandveiligheid te gebeuren. Een gedeelte van de werken wordt in de exploitatie voorzien als onderhoudswerken en het ander deel als investeringswerken.
In 2023 worden de meest dringende werken uitgevoerd, waarvan de investeringswerken met het saldo van een bestaande renteloze lening (€ 19.697,84) worden gefinancierd, terwijl in 2024 de investeringswerken, waaronder de noodverlichting en de trap in de kerktoren, zullen worden gefinancierd met een nieuwe renteloze lening t.b.v. € 70.000,00, met een looptijd van 15 jaar, waarvan de 1e kapitaalsaflossing van € 4.666,66 in 2025 zal plaats vinden.
Uitgaven | Gevelrestauratie | Werken brandveiligheid |
-Mar 4100 Grote herstellingen: | € 1.612.105,00 | € 0,00 |
-Mar 4102 Erelonen: | € 42.389,00 | € 0,00 |
-Mar 4109 Andere | € 0,00 | € 70.000,00 |
Totaal: | € 1.654.494,00 | € 70.000,00 |
Ontvangsten |
| |
-Mar 3100 Stadstoelage: | € 146.555,00 | € 0,00 |
-Mar 3102 Gewesttoelage: | € 1.172.440,00 | € 0,00 |
-Mar 350 Lening: | € 335.499,00 | € 70.000,00 |
Totaal: | € 1.654.494,00 | € 70.000,00 |
Het investeringsoverschot van de rekening 2022 (Y-waarde) bedraagt € 21.529,22 en zal reeds in 2023 gebruikt worden ter financiering van de werken, voorzien in de budgetwijziging van 2023, maar om het budget van 2024 sluitend te maken in de investeringen zal dit bedrag als een investeringsbelegging worden ingeschreven op Mar 436.
Wijziging nr. 3 meerjarenplan 2020-2025
Door de verhoging van bepaalde uitgavenbudgetten in 2023 en 2024 worden de exploitatietoelagen van het laatst gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 overschreden, waardoor het meerjarenplan opnieuw dient gewijzigd te worden. Ook de inschrijving van de nieuwe renteloze lening in 2024 t.b.v. € 70.000,00 doet de leningslasten en dus ook de exploitatietoelage vanaf 2025 stijgen met € 4.666,66.
Wijziging nr. 2 meerjarenplan 2020-2025 | ||
2023 | 2024 | 2025 |
€ 104.443,78 | € 106.031,72 | € 129.011,64 |
| ||
Wijziging nr. 3 meerjarenplan 2020-2025 | ||
2023 | 2024 | 2025 |
€ 124.764,81 | € 125.947,79 | € 133.678,30 |
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad keurt het budget van dienstjaar 2024 en wijziging nr. 3 van het meerjarenplan 2020-2025 van kerkfabriek ST.-ALBERTUS, Zwartberg, goed.
De dossiers zullen voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
In zijn vergadering van 23 september 2023 heeft de raad van kerkfabriek CHRISTUS KONING, Waterschei, het budget van dienstjaar 2024 goedgekeurd.
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 91.927,32. Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Exploitatie
Exploitatie | Meerjarenplan 2024 | Budget 2024 | |
J | Exploitatie eigen boekjaar | € -98.779,82 | € -101.767,19 |
K | Overschot/Tekort Expl. N-2 | € 0,00 | € 9.839,87 |
L | Exploitatie vóór toelage | € -98.779,82 | € -91.927,32 |
M | Exploitatietoelage | € 98.779,82 | € 91.927,32 |
N | Overschot Exploitatie | € 0,00 | € 0,00 |
De stedelijke werkingstoelage voor het jaar 2024 bedraagt € 91.927,32 en ligt lager dan de exploitatietoelage, ingeschreven in 2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
De K-waarde bedraagt € 9.839,87 en is het verschil tussen het resultaat van de exploitatie van de jaarrekening 2022 en de K-waarde uit het budget 2023.
Er zijn geen investeringen voorzien in 2024.
Om het budget sluitend te maken in de investeringen, werd het investeringsoverschot van de rekening van 2022, nl. € 0,04 ingeschreven op mar 436 Investeringsbeleggingen.
Art. 45-50 van het decreet van 7 mei 2004, betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten in het Vlaamse gewest.
De gemeenteraad neemt akte van het budget van dienstjaar 2024 van kerkfabriek CHRISTUS KONING, Waterschei.
Dit dossier zal voor verder gevolg worden overgemaakt aan de hogere overheid.
Enige maanden geleden is er een fusiebeweging geweest van alle Limburgse sociale woonmaatschappijen naar één organisatie, nl WIL (Wonen in Limburg).
Een fusie om een efficiëntieverhoging door te voeren en de kandidaten beter te bedienen is een goede zaak. Echter is het een hele opgave om de verschillende wachtlijsten, met verschillende reglementen in elkaar te laten vloeien.
Vanaf 2 januari 2024 gebeurt de inschrijving voor een sociale huurwoning online. Vanaf dan is er in Vlaanderen één centraal inschrijvingsregister (CIR) van kracht. Dit CIR wordt beheerd door het Agentschap Wonen in Vlaanderen.
Elke kandidaat-huurder moet zijn inschrijving digitaal bevestigen of herbevestigen.
Een bevestiging is pas definitief als elk meerderjarig gezinslid (dus ook meerderjarige inwonende kinderen) de inschrijving heeft geactualiseerd, de nodige bewijsstukken heeft toegevoegd en het dossier een dossiernummer heeft gekregen.
Als de kandidaat-huurder niet bevestigt, verliest hij zijn plaats op de wachtlijst en zijn recht op huurpremie.
De deadline is zeer krap: van 2 januari tot 15 februari.
Kandidaat huurders dienen ook over een code voor de e-ID of een itsme-app te beschikken.
Een inschrijving zonder e-ID code is voorbehouden voor de medewerkers van WiL.
De deadline voor dit alles is veel te krap. Wij vrezen dat net de zwakke personen uit de boot gaan vallen. Hulpverleners zijn nu reeds overbevraagd, afspraken maken voor een onderhoud wordt steeds moeilijker. Ook houdt deze krappe timing geen rekening met omstandigheden (mensen kunnen opgenomen zijn, enige tijd in het buitenland, enz…)
Wij vrezen dat er na 15 februari een aantal mensen hun plaats kwijt zullen zijn.
We begrijpen niet dat er voor een inschrijving in een sociale woning - waarbij de zwakkeren toch de doelgroep zijn - zo een moeilijke procedure wordt voorgeschreven.
- Is de Stad op de hoogte gebracht van dit probleem ?
- Zijn er plannen om druk uit te oefenen om dit inschrijvingssysteem te versoepelen? Of alleszins de inschrijvingsperiode te verlengen?
- Zijn er plannen om extra info/begeleidingondersteuning te geven aan de Genkenaren?
Is de Stad op de hoogte gebracht van dit probleem?
Wij zijn al enige tijd op de hoogte van de problemen die kunnen ontstaan met betrekking tot het nieuw digitaal Centraal Inschrijvingsregister (CIR) en ook de op stapel staande actualisatie. We hebben hierrond de nodige contacten met Wonen in Limburg (WIL) gehad.
Zij lieten ons nog het volgende weten:
De Vlaamse overheid kondigde aan dat er op 12 december jl. een infomoment inzake het CIR voor de lokale besturen en welzijnsnetwerk zou georganiseerd worden. Dit werd ook geagendeerd op de toewijzingsraad om zeker deel te nemen aan dit overleg.
Ook verschillende woonmaatschappijen in Vlaanderen, waaronder Wonen in Limburg, namen deel aan dit infomoment. Tot dan was het muisstil rond het CIR, ook voor Wonen in Limburg. Dit moment was voor hen ook de eerste echte communicatie rond het CIR. Alle andere infomomenten in het verleden werden uitgesteld en nadien afgelast.
Het digitale karakter van het CIR is voor Wonen in Limburg ook een bezorgdheid. Het feit dat elke kandidaat nog maar één uniek kandidatennummer heeft, en direct een overzicht heeft van zijn of haar dossier alsook automatisch melding krijgt als het dossier niet in orde is, is zeker een vooruitgang. Maar dat het CIR enkel digitaal bruikbaar is, geeft toch de nodige kopzorgen en bedenkingen.
Wonen in Limburg stelde daarom alsnog een papieren inschrijvingsformulier op, opdat kandidaten die niet digitaal krachtig zijn, zich toch kunnen inschrijven.
Zijn er plannen om druk uit te oefenen om dit inschrijvingssysteem te versoepelen? Of alleszins de inschrijvingsperiode te verlengen?
Wonen in Limburg vaardigde op vraag van Wonen in Vlaanderen in november personeelsleden als testers voor het CIR af. Dit om enerzijds zicht te krijgen op de stand van zaken van de ontwikkeling van het programma, maar anderzijds ook om input te leveren over de gebruiksvriendelijkheid, zeker ook gelet op de kwetsbaarheid van de doelgroep.
Daarnaast was Wonen in Limburg ook vertegenwoordigd in de stuurgroep rond het CIR, waar zij de bezorgdheden vanuit de werkvloer alsook signalen uit het werkveld van lokale besturen en welzijnsorganisaties, op tafel kon brengen. Punten als gebruiksgemak, bezorgdheid rond digitaal karakter, verwerkingstijd, aanpak organisatie,… werden meermaals aangekaart.
Bovenstaande punten alsook het uiteindelijk nog niet operationeel krijgen van het CIR leidde tot de communicatie van afgelopen week dat het CIR uitgesteld wordt. De woonmaatschappijen zijn blijven druk uitoefenen dat er niet gestart kon worden met een programma waar nog te veel bugs in zaten. Er wordt al langer op aangedrongen om de digitale transitie te combineren met voldoende begeleiding voor wie nog niet over voldoende digitale vaardigheden beschikt.
Het CIR zou normaal op 2 januari 2024 online gaan, maar werd voor een tweede keer uitgesteld naar 18 maart. Het uitstel biedt de lokale besturen, de welzijnspartners en vooral Wonen in Limburg meer tijd om zich voor te bereiden om samen met een plan van aanpak te komen om er voor te zorgen dat er geen kwetsbare Genkenaren uit de boot vallen.
Er werd de voorbije weken regelmatig aangehaald dat er problemen waren met de uitrol van het CIR door de huisvestingssector. De software van de lokale woonmaatschappijen moet data kunnen leveren voor het CIR en die vervlechting is nog niet in orde. Daarom is recent beslist dat de Woonmaatschappijen starten met de input van data in het CIR vanaf januari 2024 en dat de kandidaat-huurders vanaf 18 maart 2024 hun dossier kunnen actualiseren.
In de aangereikte communicatie zal het CIR gefaseerd ingevoerd worden. Zo kunnen de medewerkers van de woonmaatschappijen vanaf 15 januari 2024 de backend van het CIR gebruiken om onduidelijkheden bij dossiers recht te zetten, alsook kandidaten die zich tijdens de zogenaamde ‘freeze-periode’ inschreven, in te voeren in het systeem. De burger zal vanaf 18 maart toegang krijgen tot het CIR om zijn of haar dossier te actualiseren. In tussentijd zal er een retroplanning opgemaakt worden waarin opleidingen voor de medewerkers van de woonmaatschappij georganiseerd worden en oplossingen gezocht worden voor het toewijzen binnen de ‘freeze-periode’.
Wat de verschuiving van de introductie betekent op de inschrijvingsstop is nog niet geweten. Vandaag nog stond er een toelichting door Wonen in Vlaanderen gepland zodat de lokale besturen meer opheldering krijgen.
Zijn er plannen om extra info / begeleidingsondersteuning te geven aan de Genkenaren?
De lokale besturen, IGS Lokaal Woonbeleid GAOZ en de Woonmaatschappij WIL werken hier reeds constructief samen.
Elke kandidaat dient zich in het CIR aan te melden via Itsme of via een kaartlezer met paspoort (met code). Wonen in Limburg stuurt morgen 20 december een schrijven naar haar kandidaten waarin zij op de hoogte gebracht worden van de komende actualisatie, maar ook hoe men Itsme kan instellen of waar men de code van het paspoort kan aanvragen. Dit zal ook via sociale media verspreid worden en staat vermeld op de website van de woonmaatschappij. Daar waar digipunten bestaan, gaan OCMW’s met hun vrijwilligers aan de slag om kandidaten te helpen met het opzetten van Itsme.
Wonen in Limburg zal duidelijke communicatie aan haar partners, waaronder stad Genk, sturen (folders, flyers) hoe zij hun klanten en cliënten kunnen ondersteunen tijdens deze actualisatie. De welzijnsorganisaties zullen in de mate van het mogelijke zelf hun cliënten helpen of correct doorsturen naar de kantoren van Wonen in Limburg.
Er werd al een tekst voor de infomagazines van de lokale besturen aangereikt om kandidaten ook via dit kanaal te bereiken. Wij nemen het alvast mee in onze stedelijke infokanalen.
Binnen Wonen in Limburg is er een taskforce aangesteld die bezig is met de organisatie binnen elk kantoor, alsook op externe locaties. Bij concretisering zal hierover in dialoog gegaan worden met het lokaal bestuur. En er wordt een cel opgericht waar het professioneel netwerk naar kan bellen om hulp te vragen bij het actualiseren van een kandidatendossier.
En vanuit het stadsbestuur zetten we daarnaast verder in op digihulp en digidokters in om ondersteuning te bieden. Ook het Sociaal huis Portavida helpt waar mogelijk. Onze maatschappelijk werkers werden geïnformeerd over de aankomende veranderingen om zo cliënten ook te kunnen informeren als er vragen zijn.
wo 20/12/2023 - 08:21
Een tijdje geleden werd de Europalaan heringericht, want er was nood aan meer verkeersveiligheid voor de fietsers.
Bezoekers, inwoners en uitbaters van handelszaken op de Europalaan, en bij uitbreiding heel Genk-centrum, merken dat er heel wat neveneffecten zijn ontstaan.
Filevorming en soms de volledige blokkering van het centrum zijn heel opmerkelijk. En er is ook een ander "negatief" effect, nl. het oneigenlijk gebruik van de ventwegen/fietsstraten.
Deze kinderziekten zorgen voor veel ergernissen. De Europalaan is en blijft de belangrijkste verkeersas door het centrum van Genk.
Vragen:
- Hoe evalueren jullie de recente herinrichting? Is er een overleg met de inwoners en handelaars van Genk-centrum gepland?
- Zijn er aanpassingen mogelijk, zodat het gemotoriseerd verkeer vlotter kan doorrijden?
Hoe evalueren jullie de recente herinrichting? Is er een overleg met de inwoners en handelaars van Genk-centrum gepland?
Misschien eerst even deze motivatie om over te gaan tot het wijzigen van de verkeerssituatie op de Europalaan:
De herinrichting van de Europalaan in Genk-Centrum werd in eerste instantie gedaan om de verkeersveiligheid van de voetgangers en de fietsers te verbeteren. De Europalaan kenmerkte zich als een onveilige weg voor de kwetsbare weggebruiker. Dit werd bevestigd door objectieve data (verkeersongevallen) en een subjectief onveiligheidsgevoel dat veelvuldig gemeld werd.
Een mogelijk gevolg was het vermijden van de Europalaan door de kwetsbare weggebruiker of het kiezen voor de wagen voor korte verplaatsingen met de gekende negatieve gevolgen van drukte, geluid en een slechtere luchtkwaliteit. De aanpassingen werden voorzien volgens het STOP-principe met als uitgangspunt dat veiligheid primeert boven doorstroming in een verblijfsgebied.
De actie werd ondernomen naar aanleiding van eigen bevindingen en onderzoek en terechte klachten van burgers. De toenemende verkeersdrukte de laatste jaren is hier niet vreemd aan.
Er is evenwel maar één goede oplossing om de veiligheid van de fietser op de rotondes van de Europalaan te verbeteren en dat is het fysisch scheiden van rijbaan en fietspad, hetgeen in deze aanpassing ook gebeurd is. En omdat je daardoor ruimte verliest op de rotonde werden de rijbanen op de rotonde afgebouwd van twee naar één. Meteen ook een goede zet op vlak van veiligheid omdat het gevaarlijk weven en opstroppen op de rotonde op die manier vermeden wordt.
Ook het oprijden van de rotonde werd met het oog op de veiligheid teruggebracht van twee naar één rijstrook met als doel de oversteekafstand voor de voetgangers in te korten van 7 naar 3,5 m.
Dit concept werd vooraf gedurende drie maal één week met succes uitgetest door middel van tijdelijke verkeerssignalisatie. De evaluatie gebeurde samen met PZ Carma en luidde dat de doorstroming van het (bus)verkeer geen significante vertraging kende en de beoogde verbetering van de veiligheid werd gehaald. Het project werd dan ook een tijd geleden goedgekeurd door het college én de gemeenteraad en recent (einde werken 23 november) geïmplementeerd.
De haaientanden, die nu voorrang verlenen aan de ventwegen, werden destijds wel niet getest; maar ook daar blijven we uiteraard nauw opvolgen en evalueren; zodat we indien nodig kunnen bijsturen en kunnen optimaliseren.
We volgen de gevolgen van de aanpassingen nauw mee op en evalueren uiteraard.
PZ Carma deed een analyse, gebaseerd op dronebeelden en er werden regelmatig observaties uitgevoerd door verschillende leden van dienst mobiliteit waarbij de verschillende aspecten beoordeeld worden:
Ook De Lijn deed een eerste globale analyse en zal deze data van doorstromingstijden kortelings doorgeven.
Een meer uitgebreide objectieve evaluatie kan pas plaatsvinden nadat de werken afgerond zijn en extern verkeer de tijd gekregen heeft om waar mogelijk alternatieve routes te vinden.
Dat er in de opstartfase vertraagd verkeer optrad was te voorspellen. Bij een gewijzigde verkeerssituatie moeten gebruikers immers een tijd wennen en hun gedrag aanpassen. En dat er tijdens de werken wat meer vertragingen zouden zijn, is ook niet onlogisch. Nu die afgerond zijn, merken we alvast dat er al wat minder files zijn.
De afsluiting van de Evence Coppéelaan waar normaal gezien gemiddeld zo’n 8.000 voertuigen passeren, heeft natuurlijk een enorm effect op de intensiteiten op de Europalaan. Ook Albert Remansstraat is ten gevolge van werken, een aantal weken geknipt. Ook een straat waar dagelijks 9.000 voertuigen passeren.
Uit de observaties kwamen alvast een aantal zaken naar voren.
Niettegenstaande stellen wij vast dat het verkeer nu, na een aanpassingsperiode, wat vlotter gaat, ook al blijven er enkele filemomenten. Recente adviezen van De Lijn en PZ Carma bevestigen deze observaties.
Zijn er aanpassingen mogelijk, zodat het gemotoriseerd verkeer vlotter kan doorrijden?
We werken aan kleinere optimalisaties, zoals bijvoorbeeld de reflectoren aan de prefab betonelementen.
Ook het dynamisch verkeersmanagementssysteem zal meer ingezet worden om dat bestemmingsverkeer op de juiste plaats te laten parkeren. In Genk-centrum zijn maar liefst 4.500 parkeerplaatsen beschikbaar. Er wordt sturend gewerkt om deze vanuit de juiste windrichting te vullen en zo de Europalaan te ontlasten.
In die zin werd er ook een brief overgemaakt aan Wereldhave om hierover met Shopping 1 ook verder in overleg te gaan om te kijken hoe ook zij hierin een bijdrage kunnen leveren met een betere doorstroming naar en vanuit (en in) hun parking.
wo 20/12/2023 - 08:24Het stadsbestuur heeft een masterplan 2.0 op voor C-mine gemaakt.
We lezen dat dit masterplan als doel heeft om “de bestaande kwaliteiten van de C-mine-site te versterken en beter te verbinden met de omliggende wijken. De omgeving van deze site wordt zo nog aantrekkelijker om er te wonen, werken en verblijven.” Vervolgens is de doelstelling op basis van dit masterplan het RUP aan te passen.
Als wij inzoomen op dit dossier dan merken we dat dit masterplan voor C-mine:
Vragen:
Hoeveel wooneenheden zijn er momenteel op de C-mine site. Hoeveel wooneenheden worden er in dit plan voorzien bij te bouwen?
Er worden een 280-tal wooneenheden voorzien in diverse typologieën, van studentenstudio’s, bedrijfswoningen, appartementen tot ruime gezinswoningen.
Ter informatie: het plan van 2008 waarop het huidige BPA gebaseerd is, voorzag een veel groter woonprogramma. Wonen is altijd een belangrijk deel van de ontwikkeling geweest. Er is in dit masterplan net gezocht naar een mix van functies waarbij zowel wonen als bedrijvigheid/cultuur in diverse vormen een plaats kan krijgen.
Hoeveel parking is er voor deze woningen voorzien?
De woonomgevingen worden vormgegeven als woonerven met een combinatie van ondergrondse en bovengrondse parkeerplaatsen voor bewoners en bezoekers. Er is één parkeerplaats voorzien per woongelegenheid aangevuld met ruimte voor bezoekersparkeren en deelwagens. Er wordt daarnaast ingezet op duurzame mobiliteit met toegankelijke fietsenstallingen, deelwagens en hergebruik van bestaande infrastructuur. We zullen ook een Hoppin-punt installeren aan de site.
Welke maatregelen worden voorzien in het kader van mobiliteitsmix op deze site. Bewoners, waaronder kinderen, moeten zich veilig kunnen verplaatsen, toeristen moeten vlot hun weg vinden op de site en bedrijven moeten hun vrachtwagens en camionetten vlot laten rijden.
Die visie is mooi vertaald in het schema, dat ook mee opgenomen werd in het antwoord:
Naar aanleiding van mobiliteitsproblematieken die tijdens de infomomenten van het masterplan werden aangekaart, zijn de diensten Gebiedsgerichte Werking, Ruimtelijke Planning en Mobiliteit in bijkomend overleg gegaan met de bewoners en sitepartners. Er vond een overlegmoment plaats met de bewoners van C-mine op 16 november en met de sitepartners en Unizo op 5 december.
Vanuit de stad wordt voorgesteld om op korte termijn een knip te plaatsen op de Terillaan tussen de Barenzaal- en Schachtboklaan, en een snelheidsremmer ter hoogte van Studio Pieter Stockmans en P3, en dat in lijn met het circulatieconcept uit de startnota. Enerzijds om te beletten dat autoverkeer de hele site omrijdt in plaats van de geëigende routes te nemen, anderzijds om ervoor te zorgen dat de zone 30 wordt nageleefd. Metingen met radar en Telraam bevestigen deze problemen.
Bedrijven op de C-mine site melden dat ze niet gehoord zijn over dit masterplan? Kan je de procedure uitleggen die gevolgd is? Welke bedrijven, gevestigd op C-mine zijn er gecontacteerd? Om hoeveel bedrijven gaat dit?
In het kader van het opgemaakte masterplan en de startnota van het RUP zijn er diverse participatiemomenten georganiseerd. De bedrijven werden uitgenodigd op 21 september waarbij de plannen toegelicht werden en inspraakreacties verzameld werden.
Volgende bedrijven waren aanwezig: Barenzaal, Impuls, Hotel de Venne, C-mine crib, Bioscoop Pathé, LUCA, Studio Pieter Stockmans, Deusjevoo, Altrio, Aspect Analytics en Painting with Light. Alle anderen bedrijven kregen de op die dag gepresenteerde input via mail doorgestuurd.
Met Essers nv werden aparte gesprekken gevoerd in het kader van de SEVESO-studie.
En naar aanleiding van een vraag van Unizo werden nog bijkomende gesprekken gevoerd met de sitepartners. Op 5 december zijn een aantal bedrijven met vragen over mobiliteit ook nog apart gehoord in een overleg op C-mine. In dit overleg werden quick wins voorgesteld in functie van sluipverkeer en verkeer dat te snel rijdt en ging het minder over toekomstige aanpassingen in het kader van het Masterplan.
Hoe gaat de stad op basis van dit masterplan het ondernemerschap en de samenwerking van de diverse actoren op C-mine versterken?
In 2021 werd het conceptueel masterplan 'C-mine 2.0' van de hand van architectenbureau 51N4E goedgekeurd door het CBS. De focus in het plan ligt op duurzame ruimtelijke concepten. Enkele waarden die een ruimtelijke doorvertaling krijgen in het masterplan zijn o.a.:
Volgens het masterplan kan C-mine opgeschaald worden als een wijk voor gemengd gebruik met een sterke culturele ruggengraat en aandacht voor vrije tijd, creatieve economie en onderwijs. C-mine zal volgens deze visie verder uitgroeien tot een bestemming voor interdisciplinair experiment met een lokale én bovenlokale aantrekkingskracht.
Het plan voorziet diverse vormen en types van creatieve bedrijvigheid, met ruimte voor kleine en grotere spelers. Het plan zal voldoende flexibel gemaakt worden zodat ingespeeld kan worden op toekomstige vragen van de markt.
In het masterplan 2.0 is er 23.100 m² netto-oppervlakte KMO-zone voorzien. Samen met de reeds uitgevoerde bedrijven (White Light en Deusjevoo) komt het totaal aantal netto-oppervlakte grootschalige KMO zone op 34.650m².
We merken echter dat grote clusters van 70x70m moeilijk ontwikkeld geraken. Bijgevolg is in het masterplan en RUP dan ook ingezet op diverse vormen van ondernemerschap, klein en groot. Er worden incubatieplekken aangeduid die in de toekomst het aanbod op de C-mine site kunnen versterken met innovatieve programma’s en functies/partners met het oog op het verhogen van de regionale en internationale aantrekking. Samen goed voor zo’n 6165m², inclusief kunstenorganisatie Jester, reeds ontwikkeld.
In de zone ‘wonen tussen Park en Plein’ worden onder de studio’s maakateliers voorzien, deze oppervlakte bedraagt minimaal 1350m². Ook de uitbreiding die voorzien wordt bij Studio Pieter Stockmans is extra ruimte voor bedrijvigheid en maakeconomie die gecreëerd wordt ten opzichte van de huidige BPA’s.
Simultaan organiseert de tripartite C-mine cultuurcentrum, LUCA en C-mine crib per kwartaal het evenement ‘C-mine Connect’. Hierbij is de ambitie is om elkaar en alle partners nog beter te leren kennen. C-mine Connect staat synoniem voor een reeks activiteiten voor en door de C-mine partners met creativiteit als rode draad. Stap binnen in een wereld waar industrie en kunst elkaar ontmoeten of ondernemerschap en cultuur hand in hand gaan. C-mine Connect garandeert inspirerende sprekers, boeiende activiteiten en gezellige netwerkmomenten. De eerstvolgende C-mine Connect vindt plaats op 25 januari 2024 in de Creativity Loft van de Crib met een keynote van AI specialist Tom Verbist (Achilles Design).
Zijn er bezwaren ingediend tegen dit masterplan. Zoja, door welke partijen werden deze ingediend en wat waren hun bezwaren?
Tijdens de periode van de publieke raadpleging van het RUP werden inspraakreacties en adviezen verzameld. Tijdens de infomomenten werd actief gevraagd aan de deelnemers om hun reacties op papier te zetten als input voor het verdere traject. Naast de adviezen van andere overheden hebben we vier reacties van bedrijven en burgers ontvangen. Deze reacties worden verder behandeld in de scopingsnota en het voorontwerp RUP.
Het gaat over twee reacties van eigenaars aan de Noordlaan/Singlisstraat, één reactie van Essers (over de relatie tussen wonen en bedrijvigheid met de vraag voldoende afstand te houden) en één van Unizo (met bedenkingen van de ondernemers op C-mine naar mobiliteit & voldoende ruimte voor ondernemen).
wo 20/12/2023 - 08:26