De coronacrisis heeft in 2020 het bedrijfsleven ongezien hard getroffen. Bij de wijziging van het belastingreglement door de gemeenteraad d.d. 15 december 2020 werd onder meer in een algemene vrijstelling van de belasting voor het aanslagjaar 2020 voorzien: dit betekent dat voor aanslagjaar 2020 geen enkele belastingplichtige een aanslag heeft ontvangen.
Maar ook in 2021 heeft de crisis nog een significante impact: uit enquêtes van de Economic Risk Management Group (ERMG) blijkt onder meer dat de omzetverliezen ten opzichte van een situatie zonder de coronacrisis in 2021 en 2022 aanhouden, volgens de btw-aangiften is de omzet in het eerste kwartaal van 2021 met 5 % op jaarbasis gestegen, wat overeenkomt met een lichte stijging van 0,5 % ten opzichte van het eerste kwartaal van 2019, maar met grote sectorale verschillen: bijna de helft van de economische sectoren is niet teruggekeerd naar het niveau van voor de crisis en laat over twee jaar nog steeds een aanzienlijk omzetverlies zien. Ongeveer 30% van de in mei 2021 door de ERMG ondervraagde bedrijven geeft aan te kampen te hebben met liquiditeitstekorten (t.o.v. 50 % van de in maart 2020 ondervraagde bedrijven) (bron: FOD Economie, analyse t.e.m. 13 augustus 2021).
Stad Genk leverde reeds grote inspanningen om de belastingdruk t.a.v. de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk zowel eenmalig als structureel te verlagen omwille van de Coronacrisis, maar wordt geconfronteerd met de budgettaire noodzakelijkheid om belastingen te heffen, die toelaten de uitgaven in het algemeen te financieren en aldus de continuïteit van de werking van de stadsdiensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven.
Stad Genk wenst tegemoet te komen aan de mogelijke liquiditeitsproblemen, die bepaalde belastingplichtigen in Genk ook in 2021 nog als gevolg van de Coronacrisis ervaren, door de inkohiering van de belasting op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk betreffende de aanslagjaren 2021-2025 structureel met 1 jaar te “vertragen” (i.e. inkohiering m.b.t. aanslagjaar 2021 in het eerste semester van 2022, enz.).
Om die redenen gaat stad Genk over tot de opheffing van het belastingreglement op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, met ingang van 1 januari 2021.
Gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de stad Genk is het aangewezen om de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk en die daardoor in belangrijke mate beroep doen op de gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening op het vlak van o.m. wegen, riolering, ruimtelijke ordening en milieubeleid, voor de aanslagjaren 2021-2025, aan een belasting te onderwerpen.
De heffing van de belasting moet zelf efficiënt en rendabel zijn. Aldus dienen de belastingopbrengsten de administratieve kosten verbonden aan de vestiging en de invordering van de belastingaanslagen te dekken. Daarbij is ook een eenvoudige aangifteprocedure aangewezen ten einde het administratief werk, niet alleen van de gemeente, maar ook van de belastingplichtigen, te verlichten. Gelet op de intentie van stad Genk om de inkohiering van de belasting op de economische bedrijvigheid in Genkse vestigingen betreffende de aanslagjaren 2021-2025 structureel met 1 jaar te “vertragen”, wordt daarbij, met het oog op transparantie voor de belastingplichtigen, de uiterste datum voor aangifte op 31 december van het aanslagjaar bepaald. Er zal dus in het tweede coronajaar 2021 geen enkele onderneming een aanslagbiljet voor de belasting op de economische bedrijvigheid in vestigingen ontvangen.
Het is billijk en algemeen aanvaard om het bedrag van de belasting te laten afhangen van een objectieve, eenvoudig meetbare en controleerbare grondslag, namelijk de totale bebouwde oppervlakte van de vestiging. Daarbij worden volgende principes gehanteerd:
Aangezien de belasting op de economische bedrijvigheid in vestigingen gebaseerd is op de oppervlakte van de vestiging worden de vrijstellingen aan deze grondslag gelinkt. Aldus worden vrijgesteld:
Worden tevens vrijgesteld van de belasting op economische bedrijvigheid in vestigingen:
Het is budgettair noodzakelijk belastingen te heffen die toelaten de uitgaven van gemeenten in het algemeen te financieren en aldus de continuïteit van de werking van de stadsdiensten en de dienstverlening – ook op lange termijn – te kunnen handhaven. Belastingen vormen immers een belangrijke bron van inkomsten voor gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie. Om een belasting te kunnen innen, dient er een belastingreglement te worden opgesteld als wettelijke basis.
Op 17 december 2019 heeft de gemeenteraad volgend belastingreglement vastgesteld: “Belasting op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025”.
De gemeenteraad heeft vervolgens in de zitting dd. 15 december 2020 het belastingreglement op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 gewijzigd met terugwerkende kracht naar 01 janari 2020, ingevolge:
Het belastingreglement op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 17 december 2019 en gewijzigd door de gemeenteraad d.d. 15 december 2020, wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021.
Het belastingreglement op de economische bedrijvigheid in vestigingen op het grondgebied van stad Genk voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 wordt door de gemeenteraad vastgesteld.