De stad wordt geconfronteerd met een toename van chauffeurs, die roekeloos/asociaal rijgedrag stellen. Uit de stadsmonitor en veiligheidsmonitor blijkt namelijk dat onaangepaste snelheid, agressief verkeersgedrag en geluidshinder door het verkeer tot de 5 meest problematische situaties behoren.
In het kader van Beleidsdoelstelling 11 ‘Genk investeert in een veilige stad’ werd de Antwerpse aanpak geëxploreerd in een werkgroep bestaande uit het Veiligheidshuis, PZ CARMA, Dienst Mobiliteit, ARIEC Limburg, de juristen en Dienst Financiën. Het koppelen van een retributiereglement aan een procedure inzake de bestuurlijke inbeslagname van voertuigen werd wenselijk geacht door de verschillende partners, aangezien de reeds genomen initiatieven niet het gewenste effect bereiken. De voorgestelde aanpak stelt het lokaal bestuur in staat om bij roekeloos/asociaal rijgedrag, met een bepaalde zwaarwichtigheid, over te gaan tot de inbeslagname van het voertuig, gekoppeld aan een takel- en bewaarkost en eventueel bijkomende bestuurlijke maatregelen zoals het volgen van een cursus bij het VIAS.
De burgemeester heeft de plicht om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen. Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de uitbouw van de aanpak van ondermijnende criminaliteit, zoals roekeloos/asociaal rijgedrag. In een aantal gevallen zal het nodig zijn om de voertuigen van de roekeloze chauffeurs te immobiliseren en van de baan te halen als preventieve maatregel, het voertuig wordt derhalve bestuurlijk in beslag genomen. De definitie van dit bestuurlijk beslag sluit aan bij de definitie uit artikel 30 van de Wet op het politieambt van 5 augustus 1992.
In het meerjarenplan 2020-2025 is een beleidsdoelstelling opgenomen m.b.t. het duurzaam, evenwichtig en transparant financieel beleid van stad Genk. In het kader daarvan stelt de stad zich tot doel een evenwichtige basisfinanciering te hanteren via fiscaliteit en algemene fondsen. De stad wenst dit o.m. te realiseren aan de hand van een evenwichtig belasting- en retributiebeleid en kwaliteitsvol beheer van alle lokale belasting- en retributiereglementen.
Voor de bestuurlijke inbeslagname en de stalling van voertuigen op het grondgebied van de stad Genk is het aangewezen, gezien de budgetnoodwendigheden en de financiële toestand van de stad Genk, een billijke vergoeding aan te rekenen aan de bestuurder, dan wel de eigenaar en/of houder van de nummerplaat in ondergeschikte orde. Deze bestuurlijke inbeslagname en stalling vergen immers belangrijke inspanningen voor de stad, waaronder personeels-, software- en andere kosten, alsook de effectieve takelkost. Het komt weinig billijk over dat deze kostprijs zou dienen te worden gedragen door alle burgers, nu net de gevaarlijke houding van deze chauffeurs de meerkosten voor stedelijke begroting veroorzaakt. De retributie bestaat uit twee delen: enerzijds een forfaitair tarief voor de bestuurlijke inbeslagname (“deel 1” van de retributie), waarbij een differentiatie gemaakt wordt in de tarifering naargelang de zwaarte van het voertuig, wat in verhouding staat met de door de takelfirma aangerekende kosten aan de stad, en anderzijds een bewaarkost per dag (“deel 2” van de retributie), waarbij een hoger tarief wordt aangerekend voor zwaardere voertuigen gezien het stallen van zwaardere voertuigen duurder is.
Via retributies kunnen bepaalde kosten gerecupereerd worden. Het is nodig dat de kosten van de bestuurlijke inbeslagname van voertuigen en de stalling van deze voertuigen worden doorgerekend aan de roekeloze bestuurder, dan wel de eigenaar en/of houder van de nummerplaat in ondergeschikte orde, door middel van een retributie.
Het retributiereglement voor de bestuurlijke inbeslagname van voertuigen met ingang van 1 januari 2021 wordt door de raad goedgekeurd.